Opdracht 1 blz.103
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat doe je NIET als je het onderwerp van een tekst wilt weten?
A
De titel lezen
B
De laatste alinea lezen
C
De tussenkopjes lezen
D
De eerste alinea lezen
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van tekst 3?
A
De Turbopolyp van Hans van Tol
B
De relatie van Maikel van Hoof
C
Fans van de Turbopolyp
D
De extreme hobby van Maikel van Hoof
Slide 5 - Quizvraag
Welke bijzondere hobby heb jij?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat is GEEN voorbeeld van een opsommend signaalwoord?
A
morgen
B
en
C
ten slotte
D
ten derde
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
1
2
3
4
10 penningen kopen
beugel vastdoen
praatje met Hans van Tol
plaatsnemen in de gondel
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is GEEN voorbeeld van een chronologisch signaalwoord?
A
eerst
B
daarna
C
vervolgens
D
daarentegen
Slide 11 - Quizvraag
Zoek nog een opsomming in de tekst en noteer hem hier.
Slide 12 - Open vraag
Wat bedoelt Maikel met 'een spektakel' (al. 3)?
A
Er worden spekjes uitgedeeld
B
Een spannende show
C
Een indrukwekkende show
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat is GEEN voorbeeld van een tegenstellend signaalwoord?
A
denk aan
B
ondanks dat
C
toch
D
daarentegen
Slide 15 - Quizvraag
'Als je verkering met iemand hebt, moet je wel dezelfde dingen leuk vinden.'
Ben jij het met Maikel eens? Leg uit.
Ben jij het met Maikel eens? Leg uit.
Slide 16 - Open vraag
Wat is GEEN voorbeeld van een toelichtend signaalwoord?
A
denk aan
B
bijvoorbeeld
C
terwijl
D
zoals
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Welke 4 tekstverbanden ken je nu?
Slide 19 - Open vraag
Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.
hebt begrepen.
Slide 20 - Open vraag
Ik kan de 4 tekstverbanden herkennen in een tekst.
