,

DEF@ctO | les 04 | VO2 | deel 2 | lezen | informatieve tekst

VO2
les 4 deel 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLezen+1Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Introductie

Ik kan een informatieve tekst lezen en erover praten.

Instructies

De les start met een video van het North Sea jazz festival. 
Laat een stukje van deze video zien. 

De leerlingen lezen de tekst ‘Jazz aan de Noordzee’ en beantwoorden vragen.

De les eindigt met een gatentekst.

De woorden uit les 3 en 4 worden volgende les getoetst.

Werkbladen

Onderdelen in deze les

VO2
les 4 deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek ook eens onze website:
Les 4 deel 2
 lezen
Doel: Ik kan een informatieve tekst lezen en begrijpen. 
Luister en kijk en krijg een indruk van het North Sea Jazz festival
Naar: https://youtu.be/qCvAoWxmeho; North Sea Jazz Festival

Slide 3 - Tekstslide

kijk een stukje van de video.
Praat over dit soort muziek. Hoe heet deze muziek? Vinden ze dit mooie muziek? 
Hebben ze wel eens jazz-muziek gehoord?
We lezen de tekst
(klik op de tekst om te vergroten)
 de tekst
1 Heb je wel eens naar jazz-muziek geluisterd? Wat vind je van dit soort muziek?
2 Speel je zelf een muziekinstrument? Zo ja, welk instrument?
3 Wat is jouw lievelingsinstrument?
4 Schrijf tien woorden op die te maken hebben met muziek. De ander mag jouw woorden niet zien. Vergelijk de woorden. Hoeveel woorden waren hetzelfde?

Slide 5 - Tekstslide

werkvorm: draai en praat
2-tallen - geef 3 minuten - na 1,5 minuut van rol wisselen

Bron afbeelding:



Waar werd het festival voor het eerst georganiseerd?
A
in Amsterdam
B
in Den Haag
C
in Rotterdam

Slide 6 - Quizvraag

Antwoord: B in Den Haag 



Wat betekent het initiatief nemen? 
A
beginnen met iets
B
iets betalen
C
muziek maken

Slide 7 - Quizvraag

Antwoord: A beginnen met iets



Welke muziek kon je beluisteren op het festival? 
A
moderne jazz
B
traditionele jazz
C
verschillende soorten

Slide 8 - Quizvraag

Antwoord C: verschillende soorten



Wat is de tegenstelling van overdekt?
A
in de open lucht
B
onder de grond
C
onder een dak

Slide 9 - Quizvraag

Antwoord : A in de open lucht 



Hoeveel mensen gaan er per jaar naar het festival?
A
ongeveer 1300
B
ongeveer 15.000
C
ongeveer 65.000

Slide 10 - Quizvraag

Antwoord: C ongeveer 65.000 

Schrijf de woorden verleden, heden en toekomst op de juiste plaats:
a. nu =
b. later =
c. vroeger = 

Slide 11 - Open vraag

a = heden
b = toekomst
c = verleden
Kan jij de woorden op de juiste plaats invullen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel woorden had je gevonden?
014

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf de tegenstelling op:
a. modern <-->
b. in de open lucht <-->
c. laatste <--> 

Slide 14 - Open vraag

a = traditioneel
b = overdekt
c = eerste

Schrijf de tegenstelling op:
a. arm <-->
b. dezelfde <-->
c. verleden <--> 

Slide 15 - Open vraag

a = rijk
b = verschillende
c = toekomst
Meer oefenen en herhalen?
Bestel hier 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot de volgende keer
bronnen:
naar: ‘Vlot Nederlands’ - F. van der Maden (Edutekst 2018/2019)



Slide 17 - Tekstslide

Bezoek onze website:
https://www.defact-o.nl/