4.3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 4.3
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 162.

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- kun je rijmsoorten in een gedicht herkennen. 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 6 op blz. 162 t/m 164.

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Welke vorm van rijm hoort bij de omschrijving:
telkens twee regels rijmen op elkaar (a-a-b-b)

1. omarmend rijmen
2. gepaard rijmen
3. gekruist rijmen
4. eindrijm

Rijmende woorden aan het eind van regels noem je...

Welke vorm van rijm hoort bij de omschrijving:
regel 1 en 4 rijmen op elkaar, daartussen rijmen regel 2 en 3 op elkaar (a-b-b-a)

1. omarmend rijmen
2. gepaard rijmen
3. gekruist rijmen
4. eindrijm

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 6 op blz. 162 t/m 164.

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia's. 

Rijmschema's

Drie soorten rijm:

Gepaard rijm

Gekruist rijm

Omarmend rijm

Gepaard rijm

Het rijmschema AABB.

De eerste zin rijmt op de tweede. De derde rijmt op de vierde. 

Gekruist rijm

Rijmschema ABAB.

De eerste regel rijmt op de derde. De tweede regel rijmt op de vierde. 

Het rijm kruist elkaar.

Omarmend rijm

Rijmschema ABBA.

De eerste regel rijmt op de vierde. De tweede rijmt op de derde.

Het ene rijm 'omarmt' het andere. 

Pak blz. 67 voor je.
Wat voor rijm heeft de eerste strofe?

1. Gepaard rijm (AABB)
2. Gekruist rijm (ABAB)
3. Omarmend rijm (ABBA)

Pak blz. 264 voor je.
Wat voor rijm heeft de tweede strofe?

1. Gepaard rijm
2. Gekruist rijm
3. Omarmend rijm

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 6 op 

blz. 162 t/m 164. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 6.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig:

V: les 4.3, blz. 162 t/m 164, opdr. 6 --> Niemand

B: les 4.3, blz. 162 t/m 164, opdr. 6 --> namen lln

I: les 4.3, blz. 162 t/m 164, opdr. 6 --> namen lln 

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 

7. Evaluatie

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Moet een gedicht altijd rijmen?

1. ja
2. nee
3. soms

Welke rijm hoort bij deze strofe:
Twee zinnen en nog twee ertussen,
zin twee en drie die zich hier warmen
aan één en vier die hen omarmen.
Alleen omarmen, hoor, niet kussen.

1. gepaard rijm
2. omarmd rijm
3. eindrijm
4. gekruist rijm

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

4.3 opdracht 6

Toetsen: 

...

geen

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................