3HV Chapitre 7 Bron C en G

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

De voornaamwoorden "en" en "y"

De voornaamwoorden "en"  en "y"  vervangen dingen of zaken,

geen personen!!

Ze worden vertaald door : erin, erop, ervan etc.

e

- hoeveelheid

- zin of zinsdeel begint met het voorzetsel "de"

- zin of zinsdeel begint met "un" of "une"

y

- zin of zinsdeel begint met een ander voorzetsel dan "de"

Plaats in de zin

Net als bij de voornaamwoorden die een lijdend of meewerkend voorwerp vervangen is ook hier de plaats in de zin:

Voor de infinitief

Geen infinitief, dan voor de persoonsvorm

Vervang je in de volgende zin
Je vais "à Enschede" door y of en?

1. y
2. en

Je vais à Enschede.
Hoe wordt de zin nu?

1. J'y vais.
2. Je vais y.

Vervang je in de volgende zin Il parle "de ses devoirs" door y of en?

1. en
2. y

Il parle de ses devoirs.
Hoe wordt de zin nu?

1. Il parle en.
2. Il en parle.

Vervang in de volgende zinnen het zinsdeel dat begint met een hoeveelheid, een voorzetsel  of un/une.

Let op: is het voorzetsel de/d'

of is het een ander voorzetsel!

Elle répond au message.

Nous avons envie d'une salade.

Je vais aller au cinéma.

Ils ont parlé d'un film.

Elle a gagné dix euros.

Tu habites à Oldenzaal?

Le verbe voir

De présent leer je uit je hoofd.

De passé composé: het volt. dw. is vu en het hulpww. een vorm van avoir

Voor de imparfait neem je de nous-vorm van de présent,

"voyons"  , haal -ons eraf en zet daar de uitgangen achter.

Voor de futur verandert voir in verr, zet de uitgangen daarachter

Bestudeer nu bron G.

Tu (présent)

Nous (futur)

Ils (p.c.)

Je (imparfait)