Meervoud / plural
1 / 23
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Zet teacher
in het meervoud.
in het meervoud.
Slide 5 - Open vraag
Hoe zou je het woord 'PHOTO'
in de meervoudsvorm zetten?
in de meervoudsvorm zetten?
Slide 6 - Open vraag
En het woord 'LADY'?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
En hoe zou je 'BRUSH' in het meervoud zetten?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Hoe zou je het woord 'KNIFE' in het meervoud zetten?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord TREE
van het woord TREE
A
trees
B
tree's
Slide 15 - Quizvraag
Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord SUNFLOWER
van het woord SUNFLOWER
A
sunflower's
B
sunflowers
Slide 16 - Quizvraag
Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord BUTTERFLY
van het woord BUTTERFLY
A
butterflys
B
butterflies
Slide 17 - Quizvraag
Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord CHILD
van het woord CHILD
A
children
B
childs
Slide 18 - Quizvraag
Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord FOX
van het woord FOX
A
foxs
B
foxes
Slide 19 - Quizvraag
Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord BABY
van het woord BABY
A
baby's
B
babies
Slide 20 - Quizvraag
Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord FIREMAN
van het woord FIREMAN
A
firemans
B
firemen
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
snap je meervoud?
A
ja
B
nee
C
een bietje
D
wasda meervoud?
