11.5 Energie besparen

11.5 Energie besparen
11.5.1 Je kunt uitleggen wat de wet van behoud van energie inhoudt.
11.5.2 Je kunt toelichten wat precies wordt bedoeld met ‘zuinig zijn met energie’.
11.5.3 Je kunt twee manieren beschrijven waarop mensen energie kunnen besparen.
11.5.4 Je kunt de rendementen vergelijken van gloeilampen, spaarlampen en ledlampen.
11.5.5 Je kunt het energieverbruik van apparaten berekenen in joule en in kilowattuur.
11.5.6 Je kunt uitleggen hoe energielabels je kunnen helpen om een apparaat te kiezen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.5 Energie besparen
11.5.1 Je kunt uitleggen wat de wet van behoud van energie inhoudt.
11.5.2 Je kunt toelichten wat precies wordt bedoeld met ‘zuinig zijn met energie’.
11.5.3 Je kunt twee manieren beschrijven waarop mensen energie kunnen besparen.
11.5.4 Je kunt de rendementen vergelijken van gloeilampen, spaarlampen en ledlampen.
11.5.5 Je kunt het energieverbruik van apparaten berekenen in joule en in kilowattuur.
11.5.6 Je kunt uitleggen hoe energielabels je kunnen helpen om een apparaat te kiezen.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling 
  • uitleg 
  • opdracht samen 
  • Zelf aan het werk 
  • Afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

De zwaarte-energie hangt onder andere af van de zwaartekracht. Waar hangt de zwaarte-energie nog meer van af?
A
de afstand en de snelheid
B
de massa en de snelheid
C
de massa en het hoogteverschil
D
het hoogteverschil en de tijd

Slide 3 - Quizvraag

De formule voor zwaarte energie is:
A
Ez = P x t
B
Ez = m x g
C
Ez = U x I
D
Ez = m x g x h

Slide 4 - Quizvraag

Is zwaarte energie hetzelfde als potentiele energie?
A
nee
B
ja

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de opgenomen energie van deze kolencentrale? (energie die erin gaat)
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
warmte
D
straling

Slide 6 - Quizvraag

Zonne-energie is
A
windenergie
B
bewegingsenergie
C
elektrische energie
D
stralingsenergie

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

De wet van behoud van energie
Bij energie-omzettingen gaat nooit energie verloren.
Er komt ook nooit nieuwe energie bij.
De totale hoeveelheid energie is voor en na de energie-omzetting even groot.

De wet van behoud van energie zegt alleen iets over de hoeveelheid energie. 
De wet zegt niet hoe waardevol die energie is.
Bij veel energie-omzettingen verdwijnen waardevolle soorten
 energie, zoals chemische en elektrische energie. 
Je krijgt er soorten energie voor terug waar je niets mee kunt,
zoals (afval)warmte en geluid.

Slide 9 - Tekstslide

Zuinig zijn met energie
Voordelen om minder elektrische en chemische energie te verbruiken.


  1. Je energierekening gaat omlaag. 
  2. Het is beter voor het milieu.
  3. Het spaart grondstoffen en kostbare ruimte.

Slide 10 - Tekstslide

Het rendement van lampen
Elektrische lampen zijn veel energiezuiniger geworden.
De gloeilampen.
De spaarlampen.
De ledlamp.
Dit is de zuinigste soort lamp die je op dit moment kunt kopen.
Ledlampen zijn niet alleen zuiniger dan gloeilampen, ze gaan ook veel 
langer mee.
5 W = 50 W:  deze ledlamp van 5 W geeft evenveel licht als een gloeilamp 
van 50 W. 
Het rendement van de ledlamp is dus tien keer zo groot als dat van een gloeilamp.
5 W = 50 W.

Slide 11 - Tekstslide

Het energieverbruik berekenen
Als je wilt uitrekenen hoeveel geld je op je elektriciteitsrekening bespaart, moet je het energieverbruik dus berekenen in kWh. 

Je gebruikt daarvoor de formule: E = P ∙ t

• E het elektrisch energieverbruik in kilowattuur (kWh);
• P het elektrisch vermogen in kilowatt (kW);
• t de tijd die het apparaat heeft gewerkt in uur (h).

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 1
Nathan vervangt een gloeilamp van 50 W door een ledlamp van 5 W. 
Hij schat dat de ledlamp elk jaar 800 uur brandt.
Bereken hoeveel geld Nathan elk jaar op zijn energierekening bespaart, als 1 kWh € 0,23 kost.

Gegevens   
gloeilamp
P(gloei) = 50 W  P(led)= 5W
t = 800 h
P(Verschil )=50-5=45W=0.045KW














Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 1
Nathan vervangt een gloeilamp van 50 W door een ledlamp van 5 W. 
Hij schat dat de ledlamp elk jaar 800 uur brandt.
Bereken hoeveel geld Nathan elk jaar op zijn energierekening bespaart, als 1 kWh € 0,23 kost.

Gegevens   
gloeilamp
P(gloei) = 50 W  P(led)= 5W
t = 800 h
P(Verschil )=50-5=45W=0.045KW














uitwerking:
Geg: P= 50-5 =45 w =0,045Kw

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 1
Nathan vervangt een gloeilamp van 50 W door een ledlamp van 5 W. 
Hij schat dat de ledlamp elk jaar 800 uur brandt.
Bereken hoeveel geld Nathan elk jaar op zijn energierekening bespaart, als 1 kWh € 0,23 kost.

Gegevens   
gloeilamp
P(gloei) = 50 W  P(led)= 5W
t = 800 h
P(Verschil )=50-5=45W=0.045KW














uitwerking:
Geg: P= 50-5 =45 w =0,045Kw
Gev: E= ?

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 1
Nathan vervangt een gloeilamp van 50 W door een ledlamp van 5 W. 
Hij schat dat de ledlamp elk jaar 800 uur brandt.
Bereken hoeveel geld Nathan elk jaar op zijn energierekening bespaart, als 1 kWh € 0,23 kost.

Gegevens   
gloeilamp
P(gloei) = 50 W  P(led)= 5W
t = 800 h
P(Verschil )=50-5=45W=0.045KW














uitwerking:
Geg: P= 50-5 =45 w =0,045Kw
Gev: E= ?
Uit: E=Pxt = 0.045KW x 800h = 36 KWh
Nathan bespart ieder jaar 36 KWh
In geld is dat 36 x 0.23 = 8,28 euro 

Slide 16 - Tekstslide

Energiebronnen vergelijken
Elke vriezer een energielabel (afbeelding 5). 
Daarop staat aangegeven in welke energieklasse de 
vriezer valt. 
De schaal loopt van A (groen, het meest zuinig) 
tot G (rood, het minst zuinig). 
Op het label staat ook hoeveel elektrische energie de 
vriezer normaal gesproken per jaar verbruikt. 
Bij de vriezer in afbeelding 5 is dat 179 kWh.
Het energielabel van een vriezer (energieklasse C).

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Vond je het makkelijk? Maak dan de opdrachten: 1, 2, 4, 6, 8, 10, 11, 13. 
Vond je het moeilijk? Maak dan de opdrachten: 1, 2, 3, 5, 7, 9, 10 en 11. 
Klaar? Maak dan de test jezelf online. 
Werk op fluistertoon. 

Slide 18 - Tekstslide