GC OR 9 les 7

English lesson 7
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

English lesson 7

Slide 1 - Tekstslide

Planning
New words 
Grammar
Exercises 
Listening
Kahoot 
*volgende week gaan we lezen en luisteren afmaken (de oefentoets van voor de vakantie)

Slide 2 - Tekstslide

New words
Watched - keek                                    Jumped - sprong
Played - speelde                                  Called - noemde / belde
Walked - liep                                          Smiled - lachte
Listened - luisterde                            Wanted - wilde
Helped - hielp                                        Tried - probeerde
Asked - vroeg                                         Worked - werkte 
Talked - praatte                                     Visited - bezocht





Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Wanneer?
Als iets in het verleden is gebeurd en al afgelopen is

We walked to school yesterday.
She played tennis last week.












Slide 5 - Tekstslide

Signaal woorden 
Yesterday
In ... (year)
Ago
Once
Earlier
That day
Last ... (day, month, season)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe?
Regelmatige werkwoorden - hele ww +ed
My parents talked to him last month

Onregelmatige werkwoorden
Eigen vorm (uit je hoofd leren) He bought an Iphone yesterday

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Fill in the correct Past Simple form:
Nancy ....... with her friends yesterday.
A
Play
B
Played
C
Plays
D
Did played

Slide 10 - Quizvraag

Choose the correct Past Simple form:
In July 2019 Boris Johnson ..... the Prime Minister of the UK.
A
Becomes
B
Becamed
C
Became
D
Becomed

Slide 11 - Quizvraag

Choose the correct Past Simple form:
I .... them a nice story
A
Telled
B
Did telled
C
Told
D
Did told

Slide 12 - Quizvraag

Write in the past simple: clean
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Translate to English:
Heb je afgelopen weekend je kamer schoongemaakt?
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Write down a sentence using the past simple of the verb "clean."
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

Spelling

Als het werkwoord eindigt op een ´e´, voeg je alleen een ´d´ toe

The visitors arrived two days ago
In 1998, I lived in Birmingham



Slide 16 - Tekstslide

Which word is written in the past simple?
timer
1:00
A
Danced
B
Danceed
C
Dansed
D
Danct

Slide 17 - Quizvraag

Choose the correct English translation:
Ik heb vorige week gedanst op een feestje.
timer
1:00
A
I dance at a party last week
B
I danceed at a party last week
C
I danced at a party last week
D
I have danced at a party last week

Slide 18 - Quizvraag

Choose the correct form of the verb
"I .... in Sydney for 3 years"

timer
1:00
A
Lifed
B
Live
C
Livd
D
Lived

Slide 19 - Quizvraag

Spelling
Een werkwoord dat eindigt op een medeklinker +y, eindigt in de verleden tijd op -ied

Marry
We married five years ago
Study
She studied for hours yesterday




Slide 20 - Tekstslide

Which word is written correctly?
timer
1:00
Dryd
Dried

Slide 21 - Poll

Put the word in the past simple
I ... (cry) a lot when I was a baby
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

timer
1:00
Past simple (verleden)

Present simple (heden)
Walked
Knock
Cry
Worked
Die
Danced

Slide 23 - Sleepvraag

Vraagzinnen
Bij alle werkwoorden:
Did + onderwerp + hele werkwoord
Je vervoegt dus helemaal niks!!!
Examples:
Did you go?
Did she see?
Did they find?

Slide 24 - Tekstslide

Vraagzinnen
Stel je een WH-vraag (who, what, which, when, where, how) dan komt dit aan het begin.

Where was Jenn last Thursday?
How could they leave without their passports?

Slide 25 - Tekstslide

Ontkenning 
Bij alle werkwoorden:
Onderwerp + didn't + hele werkwoord
Je vervoegt dus helemaal niks!!!!
Examples:
I didn't go
He didn't see
We didn't find

Slide 26 - Tekstslide

Maak een vraagzin:
John made lunch.

Slide 27 - Open vraag

Maak een vraagzin:
They were in Amsterdam last week.

Slide 28 - Open vraag

Maak een vraagzin:
The girl had breakfast.

Slide 29 - Open vraag

Maak een ontkenning:
I ate a sandwich.

Slide 30 - Open vraag

Maak een ontkenning:
We went shopping.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Link

Slide 33 - Link

Slide 34 - Link