Afsluiting Wet

Afsluiting Wet
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Afsluiting Wet

Slide 1 - Tekstslide

Ben je klaar voor je examen Wet- en regelgeving bij SVPB?
010

Slide 2 - Poll

Wat is het doel van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (WPBR)?
A
Het beschermen van het publieke domein.
B
Het reguleren van de particuliere beveiligingssector.
C
Het garanderen van openbare veiligheid door de politie.
D
Het controleren van alle overheidsdiensten.

Slide 3 - Quizvraag

Wie verstrekt vergunningen aan particuliere beveiligingsorganisaties?
A
De gemeenteraad.
B
De Minister van Veiligheid en Justitie.
C
De politie.
D
De werkgever van de beveiligers.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een belangrijke eis voordat iemand als beveiliger mag werken volgens de WPBR?
A
Het behalen van een EHBO-certificaat.
B
Het volgen van een communicatiecursus.
C
Het doorstaan van een antecedenten-onderzoek.
D
Het lid worden van een vakbond.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een bevoegdheid van een beveiliger volgens het Wetboek van Strafvordering?
A
Personen opsluiten in een cel.
B
Dwangmiddelen toepassen.
C
Onderzoek aan kleding uitvoeren.
D
Verdachten aanhouden bij heterdaad.

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent het begrip "staande houden" volgens het Wetboek van Strafvordering?
A
Het vragen naar de identiteit van een persoon.
B
Het vasthouden van een verdachte voor ondervraging.
C
Het uitvoeren van een fouillering.
D
Het in beslag nemen van goederen.

Slide 7 - Quizvraag

Wat houdt "onderzoek aan kleding" in volgens het Wetboek van Strafvordering?
A
Het selecteren van kleding als bewijsmateriaal.
B
Het herstellen van beschadigde kleding.
C
Het doorzoeken van kleding op verboden voorwerpen.
D
Het controleren van kleding op stijl en kleur.

Slide 8 - Quizvraag

Welke situatie valt onder "huisvredebreuk" volgens het Wetboek van Strafrecht?
A
Het zonder toestemming betreden van een tuin.
B
Het zonder toestemming van de rechthebbende betreden van een overheidsgebouw.
C
Het niet verlaten van het gemeentehuis na 2 keer gevorderd te zijn door een daartoe bevoegd ambtenaar.
D
Het binnendringen van een woning zonder toestemming.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een beveiligingsmaatregel volgens de AVG?
A
Het vernietigen van alle data na gebruik.
B
Het versleutelen van persoonsgegevens.
C
Het weigeren van toegang tot persoonsgegevens voor werknemers.
D
Het opslaan van gegevens in een fysiek dossier.

Slide 10 - Quizvraag

Wie houdt toezicht op naleving van de AVG in Nederland?
A
De politie.
B
De Minister van Binnenlandse Zaken.
C
De gemeente.
D
De Autoriteit Persoonsgegevens.

Slide 11 - Quizvraag

Wat wordt verstaan onder "persoonsgegevens" volgens de AVG?
A
Informatie die herleidbaar is tot een persoon.
B
Informatie over een organisatie.
C
Gegevens die alleen door overheden worden gebruikt.
D
Gegevens die niet openbaar zijn.

Slide 12 - Quizvraag

Welke verplichting heeft een werknemer volgens de Arbeidsomstandighedenwet?
A
Het controleren van veiligheidsvoorschriften.
B
Het melden van alle ziekmeldingen aan de inspectie.
C
Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.
D
Het opleiden van collega’s.

Slide 13 - Quizvraag

Wat valt onder "zware mishandeling" volgens het Wetboek van Strafrecht?
A
Het per ongeluk veroorzaken van ernstig lichamelijk letsel.
B
Het opzettelijk veroorzaken van lichamelijk letsel.
C
Het opzettelijk veroorzaken van gering lichamelijk letsel.
D
Het opzettelijk veroorzaken van ernstig lichamelijk letsel.

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van "openlijke geweldpleging"?
A
Als een groep mensen geweld gebruikt in een besloten ruimte.
B
Als een individu in zijn eentje een winkel vernielt.
C
Als een groep mensen geweld gebruikt in de openbare ruimte.
D
Als een individu in zijn eentje geweld gebruikt tegen een persoon of zaak.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een strafbaar feit volgens het Wetboek van Strafrecht onder "brandstichting"?
A
Het verbranden van afval in de tuin.
B
Het gebruiken van vuurwerk tijdens oud en nieuw.
C
Het onopzettelijk veroorzaken van brand met gevaar voor goederen of personen
D
Het opzettelijk veroorzaken van brand met gevaar voor goederen of personen.

Slide 16 - Quizvraag

Waar wil jij nog meer over weten?
Thema 13 (inleiding recht)
Thema 14 (Het Wetboek van Strafrecht)
Thema 15 (Het Wetboek van Strafvordering)
Thema 16 (Overige Wet- en regelgeving)

Slide 17 - Poll