Revalidatie

Heupfractuur
Revalidatie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kwaliteit en deskundigheidMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Heupfractuur
Revalidatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een heupfractuur?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heupfractuur
Een breuk in het bovenste deel van het dijbeen (femur), vlakbij het heupgewricht. Het is een ernstig letsel, vooral bij oudere volwassenen, en komt vaak voor als gevolg van een val, bijvoorbeeld bij osteoporose waarbij de botten brozer worden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de oorzaken?

Slide 4 - Open vraag

Pijn 
Niet kunnen staan/belasten/bewegen
Exorotatie van de voet aan de aangedane zijde
Ene been is korter dan het andere been 


Oorzaken
Heupfracturen ontstaan meestal door een val, maar kunnen ook voorkomen door directe trauma’s zoals verkeersongevallen. 
  • Osteoporose: verzwakt de botten en maakt ze vatbaarder voor breuken.
  • Evenwichtsproblemen: door medicijngebruik of spierzwakte.
  • Slechte mobiliteit: door verminderde spierkracht of artritis.
Bij jongere mensen komen heupfracturen minder vaak voor en meestal door ongelukken, zoals sportblessures of auto-ongelukken.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten heupfracturen

Slide 6 - Woordweb

- pijn in de lies;
- een bult (zwelling) en blauwe plek (bloeduitstorting) op uw heup;
- een korter been 
- een been dat naar buiten is gedraaid
- verlies van steun- en loopfunctie

Soorten
heupfracturen

Heupfracturen worden ingedeeld op basis van de locatie van de breuk:
  • Pertrochantere fractuur: Breuk door de verdikking van het dijbeen. De breuk bevindt zich onder de dijbeenhals, in het bredere deel van het dijbeen.
  • Collumfractuur: (dijbeenhalsfractuur): de breuk bevindt zich in de dijbeenhals, net onder de heup kop.
  • Subtrochantere fractuur: de breuk bevindt zich nog verder naar beneden in het bovenste deel van het dijbeen. Breuk direct onder de verdikking van het dijbeen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen horen bij heupfracturen?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Ernstige pijn in de heup of lies.
  • Zwakte om te lopen of het been te belasten.
  • Het gebroken been kan korter lijken en naar buiten draaien.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is/ zijn de meest voorkomende behandeling(en) van heupfracturen?

Slide 10 - Open vraag

Er zijn 3 operaties mogelijk:
- We zetten de breuk vast met schroeven, een plaat of een pen. U houdt hiermee uw eigen heupkop.
- Kophalsprothese: de heupkop vervangen we door een prothese.
- Totale heupprothese: de heupkom en de heupkop vervangen we door protheses. Dit wordt ook wel een 'nieuwe heup' genoemd.
- Voor patiënten die heel kwetsbaar zijn, is een operatie niet altijd de beste keuze. Bij deze patiënten kunnen we ervoor kiezen om niet te opereren. Deze keuze maken we samen met de patiënt en zijn of haar naaste. Deze behandeling heeft als doel om comfort en pijnstilling te geven. 
Behandeling
De behandeling van een heupfractuur hangt af van de locatie en de ernst van de breuk, evenals de algemene gezondheidstoestand van de patiënt. Meestal zijn er twee behandelingsopties:

1. Chirurgie: Bijna altijd nodig voor een heupfractuur. Dit kan bestaan uit:
o Schroeven of platen om de botten te stabiliseren.
o Heupprothese (volledig of gedeeltelijk) als het gewricht ernstig beschadigd is.

2. Revalidatie: Na de operatie is intensieve revalidatie nodig om mobiliteit en kracht te herstellen. Fysiotherapie speelt een grote rol.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke indicaties zijn er voor revalidatie?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties voor revalidatie
1. Chirurgisch herstel en stabiliteit van de fractuur: Zodra de breuk is gestabiliseerd, met schroeven, platen of een heupprothese is, wordt revalidatie gekozen om het genezingsproces te ondersteunen.
2. Bewegingsvrijheid en pijnmanagement: Als de pijn goed beheersbaar is met medicatie en de patiënt kan beginnen met bewegen, is revalidatie noodzakelijk. De fysiotherapeut start vaak met passieve en actieve oefeningen om het heupgewricht en de omliggende spieren te mobiliseren.
3. Algemene gezondheid van de patiënt: De patiënt moet voldoende hersteld zijn van de operatie om fysiek in staat te zijn te revalideren. De conditie van het hart en de longen, de mentale toestand, en eventuele andere medische problemen worden allemaal beoordeeld voordat intensieve revalidatie wordt gestart.
4. Zelfstandigheid en mobiliteitsniveau: Het doel van revalidatie is om de patiënt zo zelfstandig mogelijk te maken. De indicatie om te revalideren hangt dus af van de mate waarin de patiënt weer zelfstandig kan bewegen, zoals:
o Lopen met een hulpmiddel (looprek, wandelstok).
o Zelfstandig opstaan, zitten en verplaatsen.
o Trappen kunnen op- en aflopen (indien van toepassing voor het woonsituatie).
5. Risico op complicaties zonder revalidatie: Zonder revalidatie kan immobiliteit leiden tot ernstige complicaties zoals spieratrofie (spierverlies), gewrichtsstijfheid, en trombose. Deze risico’s vormen een sterke indicatie voor het starten van een revalidatieprogramma.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Revalidatieprogramma
Het revalidatieproces bestaat meestal uit verschillende fasen:
• Vroege mobilisatie: Dit begint al in het ziekenhuis en richt zich op basisbewegingen zoals opstaan, lopen met hulpmiddelen en het versterken van de spieren rond de heup.

• Intensieve fysiotherapie: Na ontslag uit het ziekenhuis kan de patiënt revalideren in een revalidatiecentrum of thuis onder begeleiding van een fysiotherapeut. Hier worden krachttraining, balansverbetering en loopoefeningen voortgezet.

• Thuisoefeningen: Patiënten krijgen ook oefeningen mee naar huis om hun kracht en mobiliteit te blijven verbeteren.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het doel van revalideren
Herstellen van mobiliteit: De patiënt moet weer kunnen lopen, staan en zitten.

Zelfstandigheid: Dagelijkse activiteiten zoals aankleden, douchen en koken zelfstandig kunnen uitvoeren.

Verbeteren van balans en valpreventie: Dit is vooral belangrijk voor ouderen, om nieuwe valincidenten te voorkomen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vond deze onderwerp interessant is!
En jij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies