Hoofdletters en leestekens niv. 3

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,2

Vandaag:

- Hoofdletters en punten

- Luisteropdracht

Doelen voor vandaag

Aan het einde van deze les:

• weet ik wanneer we hoofdletters gebruiken
• weet ik wanneer we punten, komma's, uitroeptekens en     vraagtekens gebruiken

• heb ik een mini verhaal gemaakt waarin alles terugkomt

Hoofdletters

Oefen verder in SCORE.

Hoofdletters

in een zin

Een zin begint met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:

Vandaag is het donderdag.

Hoofdletters 

bij eigennamen

Alle namen van personen.

Bijvoorbeeld:

Wanneer komen Rutger en Marloes?

Brent 

Geke

Hoofdletters bij persoonsnamen

Je schrijft altijd de voornaam én achternaam

met een hoofdletter:

Jelte Meijer

Anne-Fleur Koster

Tussenvoegsels

Niels van Rijn

 
Meneer Van Engelen

Familie Van Engelen

Hoofdletters bij aardrijkskundige namen

Namen van plaatsen, streken, provincies en landen schrijf je met een hoofdletter. 

Bijvoorbeeld:

Ik ga met Eduward naar Barneveld.

Gelderland

Veluwe

Nederlandse identiteit

Aardrijkskundige namen

Bijvoorbeeld:

de Alpen, de Maas, de Sahara, de Poolster

Uitzondering:

Windstreken schrijf je met een kleine letter:

oost, west, thuis best

Ook:

zon, maan, ster

Namen van bedrijven, merken, organisaties, evenementen

Rabobank, Fendt,

 John Deere, Lely Astronaut

Zwarte Cross

Uitzonderingen bij sommige merknamen

 BBB, LTO, iPhone, HEMA, YouTube

Religie

Heilige begrippen schrijf je met een hoofdletter:
God, Allah, Sint-Maarten

U of u

Waar staan de hoofdletters goed?

1. Mevrouw A. van Beek
2. Mevrouw A. van beek
3. Mevrouw Van Beek
4. Mevrouw van Beek

Wat is juist?

1. mercedes
2. Mercedes

Leestekens

• Punten
• Komma's
• Vraagteken 
• Uitroepteken

Leerdoelen:

• Je weet dat hele zinnen beginnen met een hoofdletter.

• Je kent de regels voor hoofdletters in eigennamen en aardrijkskundige namen.

• Je kunt de regels toepassen in eenvoudige situaties.

De punt

• Aan het einde van elke zin.

Waarom gebruik leestekens en hoofdletters?

• Dan weet je precies waar de zin begint en eindigt.
• Je weet waar je de nadruk moet leggen of een leespauze moet inlassen.
• Zodat je de zinnen makkelijker kunt lezen.

De punt

• Bij afkortingen als m.b.v. of t.a.v. of dr.

Het vraagteken

• Aan het eind van een vraag:

Wanneer gebruiken we een vraagteken?

Wat wil jij eten?

Het uitroepteken

• Na een bevel: Lig!
• Na een uitroep: Auw!
• Na een oproep: Kom vandaag naar het stembureau!

Het uitroepteken

Let op! Gebruik niet teveel uitroeptekens in een tekst! Dan valt het niet meer op! Het kan vrij dwingend overkomen!

Waar komma's plaatsen?

• Voor een voegwoord: omdat, doordat, zoals, terwijl, aangezien, want en maar.

Ik kan niet naar het feest, omdat ik dan op vakantie ben.

Je kunt ook horen waar de komma komt.

Wanneer komma's plaatsen?

• Als je teveel komma's moet plaatsen, is je zin te lang. Zet een punt en maak er meerdere kortere zinnen van. Dat houdt je tekst actief en helder.

Maak de opdrachten op het blad.

- Op de valreep 200 ton voor clara

- Klaar? Maar opdracht 'verhaal'

Luisteropdracht