Par. 5.1 Dekolonisatie en Koude Oorlog



Par. 5.1 Dekolonisatie en Koude Oorlog

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



Par. 5.1 Dekolonisatie en Koude Oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je  de twee supermachten na WO II herkennen en kenmerken van beiden benoemen en  het verloop van de dekolonisatie van Azië en Afrika en  de Koude Oorlog   uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee supermachten

Tot begin WO I was Europa oppermachtig in grote delen van de wereld.

Na de verwoestingen van twee wereldoorlogen waren de grote drie van Europa ernstig verzwakt.

V.S. en Sovjet-Unie werden de nieuwe supermachten.

Door de grote verschillen tussen die twee veel onrust.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wilden juist de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie na 1945 dat Europese kolonies onafhankelijk werden?

Slide 4 - Open vraag

De VS waren ooit zelf een kolonie en hadden zich vrij moeten vechten van hun kolonisator GB.
SU waren tegen kapitalisme, voor gelijkheid. Kolonialisme was een schoolvoorbeeld van hoe arme landen onderdrukt werden door rijke kapitalistische landen. Voor grondstoffen en afzetmarkt. Oftewel winstbejag.

De start van de dekolonisati
De VS en SU wilden dat Europese kolonies na 1945 onafhankelijk werden.
Omdat:
1. Ze waren tegen het hebben van kolonies, VS was zelf een kolonie geweest, SU vond dat iedereen gelijk was (communisme)
2. Ze wilden voorkomen dat de koloniën de steun van de VS of de SU vroegen, zodat ze niet sterker werden.
Dekolonisatie: Het onafhankelijk worden van Kolonies.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dekolonisatie in Azie
In Azië, was voor WOII al verzet tegen de Europese overheersing ontstaan. Na 1945 werd dan ook snel begonnen met de dekolonisatie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem factoren die een rol speelden bij het sterke onafhankelijkheidsstreven in met name Azië na WOII.

Slide 7 - Open vraag

Europese landen bleken in WOII niet oppermachtig, want Japan was sterker.
Europese landen waren ook verzwakt en hadden hun handen vol aan wederopbouw in het eigen land.
Europese landen waren zelf bezet geweest. Als zij strijden voor hun vrijheid, waarom zouden de mensen in Azië niet hetzelfde doen.
De dekolonisatie van Azië
Voor WOI waren de Europese landen bezig geweest om de inwoners van Azië op te voeden. Ze verbeterden het onderwijs en nodigden zelfs rijke studenten uit om in Europa te komen studeren. 
Daarom kwam er steeds meer verzet tegen de Europese overheersers:
1. Ze leerden over de geschiedenis en vrijheid strijd van Europese landen (bv. 80 jarige oorlog)
2. Ze raakten in aanraking met democratie. 
3. Ze moesten meevechten in WOI omdat de Europese landen niet sterk genoeg waren. 
De Europese landen hadden na 1945 niet meer de kracht om de kolonies te onderdrukken en dus werden de Aziatische landen onafhankelijk.
- Brits-Indië in 1946 viel uiteen in Pakistan en Bangladesh
- Nederlands-Indië in 1949 werd Indonesië  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

antwoorden vraag 1 en 3
1a dekolonisatie = het onafhankelijk worden van kolonies
1b Koude Oorlog = vijandschap tussen VS en Sovjet Unie, zonder dat er een directe oorlog tussen hen uitbrak.
1c: dk: afbeelding 4, 5, 6
ko: afbeelding 3, 7, 8, 9

3a 1. aan het eind van hun krachten. 
       2. de Europese koloniën onafhankelijk moesten worden.
       3. verzet tegen Europese overheersing ontstaan.
b Britse dekolonisatie ging heel snel en zonder verzet van de Britten, terwijl de Fransen en de Nederlanders hun kolonie niet gelijk wilden opgeven.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dekolonisatie van Afrika
Ook in Afrika werden veel landen onafhankelijk. Frankrijk leverde de meeste strijd, maar uiteindelijk werden Marokko (1956) en Algerije (1962) onafhankelijk.
De Britten gaven hun koloniën vrijwillig op. Na Ghana (1957) werden bijna alle Afrikaanse kolonies onafhankelijk.
Alleen Portugal had in 1965 nog kolonies in Afrika. Na een bloedige onafhankelijkheidoorlog werden die in 1975 onafhankelijk. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koude oorlog en invloedsferen
Na WOII stonden de VS en de SU als vijanden tegenover elkaar.




VS
SU
Democratie
Kapitalisme
Vrijheid
Verschillen (arm/rijk)
Vrijemarkteconomie
Dictatuur
Communisme
Onderdrukking
Gelijkheid
planeconomie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

antwoorden vraag 4, 5, 6
4. D
5a. banden met Frankrijk verbreken of dekoloniseren op Franse voorwaarden.
b. Omdat hij op deze manier nog veel invloed kan uitoefenen op de politiek, defensie en economie.
c. Omdat ze het anders economisch heel zwaar kregen. 
d. De Fransen hielden in veel gevallen zeggenschap op verschillend terrein.
6. a Invloedssfeer: een gebied of regio waar een staat veel invloed op heeft.
b. Omdat Oost-Europa door de SU was bevrijd en West-Europa door de VS en zijn bondgenoten.
c. De VS en SU bestreden elkaar zonder dat het daarbij tot een rechtstreeks gewapend treffen kwam

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ideologische tegenstellingen
De Koude Oorlog was mede een gevolg van ideologische tegenstellingen tussen de VS en de SU.
De VS was voor Kapitalisme terwijl de SU voor Communisme was.
Ideologische tegenstelling: botsende ideeën over hoe de maatschappij moet worden georganiseerd.
Kapitalisme: economie waarin bedrijven produceten en handelen om winst te maken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De VS en de SU spraken af dat ze elk in een ander deel van Europa invloed mocht hebben.
De SU mocht daarbij Estland, Letland en Litouwen inlijven en Oost-Polen behouden.
De rest van Oost-Europa ging behoren tot de invloedsfeer : gebied waar een land invloed heeft,   van de SU.
West-Europa kwam in Amerikaans-Britse invloedsfeer.
Die verdeling was logisch, want Oost-Europa was door de Russen bevrijd en West Europa door de Amerikanen en hun bondgenoten. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ijzeren gordijn
Zowel de VS als de SU dachten dat de ander erop uit was heel Europa te onderwerpen. 
Stalin bracht daarom in zijn invloedssfeer Communistische dictators aan de macht, die het voorbeeld van de SU moesten volgen en de SU gehoorzamen. Dit werden satellietstaten: land dat officieel onafhankelijk is maar in feit overheerst door een ander land. 
De grenzen tussen het Oostblok en Westblok gingen dicht. Er kwam prikkeldraad, mijnenvelden, wachttorens en grenstroepen.
De grens werd het ijzeren gordijn genoemd: ondoordringbare grens tussen Oost en West Europa tijdens de Koude Oorlog. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden vraag 7 en 8
7a. VS stond voor kapitalisme en democratie terwijl de SU stond voor een dictatuur en communisme.
7b. Een land wat formeel onafhankelijk is, maar in feite gedomineerd wordt door een ander land.
7c. Duitsland was verdeeld in 4 delen, 1 deel kwam onder invloedsfeer van de SU en zo werden ze communistische en een satellietstaat van de SU.
7d. Om de westelijke staten uit Berlijn weg te krijgen. 
8a. Containment betekent: insluiting en hield in dat de VS wilden voorkomen dat het communisme zich zou uitbreiden
8b. Marshallhulp hielp West-Europa welvarend te worden en kapitalistisch.
8c. De Navo was een militairbondgenootschap om zo sterk te staan tegenover de SU

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 9 en 10
9a. Om Amerikaanse slachtoffers te verminderen en om Stalin te intimideren.
9b. Stalin intimideren, om er zo voor te zorgen dat Stalin niet de VS Europa uit zal werken.
9c. feit
9d. Heel bruikbaar want er worden 2 redenen genoemd.
10a. Geen stroom, brandstof en voedsel aan West-Berlijn. Alle wegen en spoorwegen werden afgesloten.
10b. Omdat hij dan een nieuwe oorlog zou ontketenen, waar de VS zelfs atoombommen kon gebruiken, die had de SU nog niet.  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over de onderzoeksopdracht?


Huiswerk par. 5.1 is voor donderdag

Morgen uitleg over de komende weken en opdrachten die er nog aankomen. 

Resterende tijd overleg met een aantal over het Historisch Onderzoek en werken aan huiswerk/ opdrachten.

Heb je vragen over je Historisch Onderzoek dan maak je een afspraak (evt. in Teams) om dit te bespreken.





Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen en personen:
dekolonisatie
invloedsfeer
IJzeren Gordijn
Koude Oorlog
kapitalisme
ideologische tegenstelling
satellietstaten
blokkade van Berlijn
Bondrepubliek Duitsland (BRD)
Duitse Democratische Republiek (DDR)
containmentpolitiek
Marshallhulp
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)
Warschaupact
Michaïl Gorbatsjov

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies