Feiten / meningen
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat zijn feiten?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
timer
0:30
Wat zijn meningen?
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeelden van feitelijke teksten:
timer
0:30
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
timer
0:30
Voorbeelden van teksten met een mening?
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
In je eigen woorden: wat is een standpunt?
Slide 13 - Woordweb
Slide 14 - Tekstslide
In je eigen woorden: Wat is een argument?
Slide 15 - Woordweb
Slide 16 - Tekstslide
Staat hier een feit, mening of argument?
Nederlands is het leukste vak op school.
Nederlands is het leukste vak op school.
timer
0:10
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 17 - Quizvraag
Morgen moet ik naar de tandarts.
timer
0:10
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 18 - Quizvraag
Ik vind dat het openbaar vervoer voor iedereen gratis moet zijn.
timer
0:10
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 19 - Quizvraag
Als het OV gratis is, zullen er minder files zijn, omdat mensen dan sneller met de trein gaan.
timer
0:10
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 20 - Quizvraag
De auto van Karel is erg duur.
timer
0:10
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 21 - Quizvraag
Ik blijf binnen, omdat het regent.
timer
0:10
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 22 - Quizvraag
Het regent buiten.
timer
0:10
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Schrijf je mening over deze les op en gebruik daarbij 2 argumenten:
timer
1:30
