VMBO 2 par 7.1 Import & export?

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 7.1
Import of export?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel 7.1
Na deze les weet/kan je...:


      • wat internationale handel is
      • waarom we importeren en exporteren
      • wat het verschil is tussen een open en een gesloten economie
      • hoe we bij de internationale handel vreemd geld gebruiken

      Slide 4 - Tekstslide

      Leerdoel 1
      Wat is internationale handel?

      Slide 5 - Tekstslide

      Internationale handel.
      Het kopen van producten uit een ander land en het verkopen aan andere landen
      - Meer dan 1 land betrokken

      Slide 6 - Tekstslide

      Handel met het buitenland

      Slide 7 - Tekstslide

      Slide 8 - Tekstslide

      Leerdoel 2
      Waarom importeren en exporteren we?

      Slide 9 - Tekstslide

      Import & export
      Bedrijven halen producten uit andere landen om hier te verkopen. Dat heet importeren of invoeren.

       
      Bedrijven verkopen ook producten aan mensen in andere landen. Dat heet exporteren of uitvoeren.

      Slide 10 - Tekstslide

      Waarom exporteren?
      • Nederland is een klein land. Als een bedrijf zijn producten ook in een ander land kan verkopen, heeft het meer klanten.


      • Meer verkopen betekent voor het bedrijf meer geld verdienen. En het zorgt voor meer banen.

      Slide 11 - Tekstslide

      Importeren
      Waarom kopen we producten uit andere landen?
      • In het buitenland kunnen ze goedkoper zijn.
      • De kwaliteit kan beter zijn.
      • We hebben de grondstoffen niet in ons land.
      • Sommige landbouwproducten groeien hier niet, omdat het klimaat niet geschikt is.
      • We willen meer keuze hebben.

      Slide 12 - Tekstslide

      Handel met het buitenland

      Slide 13 - Tekstslide

      Leerdoel 3
      Open en gesloten economie

      Slide 14 - Tekstslide

      Open en gesloten economie
      Een land met naar verhouding veel import en export heeft een open economie.
      Een land met naar verhouding weinig import en export heeft een gesloten economie.

      Nederland is een klein land. Om veel te handelen, moeten we veel in- en uitvoeren. Ons land heeft dan ook een open economie.

      Slide 15 - Tekstslide

      Leerdoel 4
      Vreemd geld

      Slide 16 - Tekstslide

      Vreemd geld = ander geld
      Geld in een land dat niet de euro heeft, noem je vreemd geld.

      De waarde van de euro en de pond verschillen per dag

      Stel de de waarde van de pond stijgt ten opzichte van de euro, is het duurder voor jou om iets in London te kopen. 

      Slide 17 - Tekstslide

      Check ✅
      • Wat is internationale handel?
      • Waarom we importeren?
      • Waarom we exporteren
      • Wat is het verschil tussen een open en een gesloten economie?
      • Wat is vreemd geld?

      Slide 18 - Tekstslide

      Aan de slag 7.1
      Maak opdrachten 2 t/m 15  op blz. 189 

      Klaar?
      Maak de herhalingsopdrachten van 7.1 op blz.210

      Vragen?
      Steek je hand op, ik kom eraan

      Slide 19 - Tekstslide

      Extra uitleg

      Slide 20 - Tekstslide

      Slide 21 - Video

      Extra oefenopdrachten

      Slide 22 - Tekstslide

      Slide 23 - Sleepvraag

      Het verschil tussen een open en gesloten economie is dat ...
      A
      Een open economie minder overheidsbemoeienis heeft.
      B
      Een open economie veel handelt.
      C
      Een open economie veel meer importeert.
      D
      Een open economie meer contact heeft met het buitenland.

      Slide 24 - Quizvraag

      Is Nederland een open of gesloten economie
      A
      Open, maar alleen voor de Europese Unie (EU)
      B
      Gesloten, maar handelt wel met de Europese Unie (EU)
      C
      Open, Nederland drijft met bijna de hele wereld handel
      D
      Gesloten, Nederland maakt alles zelf.

      Slide 25 - Quizvraag

      Kijk naar de afbeelding. Is er sprake van import of export?
      A
      Export
      B
      Import

      Slide 26 - Quizvraag

      Nederland


      Saudi Arabie
      Rusland

      Slide 27 - Sleepvraag

      Import of export?
      DSM verkoopt plastic aan Duitsland
      A
      Import
      B
      Export

      Slide 28 - Quizvraag

      Import of export?
      Nederlandse garage koopt BMW's uit Duitsland.

      A
      import
      B
      export

      Slide 29 - Quizvraag

      Import of export?
      Action koopt producten uit China.
      A
      Import
      B
      Export

      Slide 30 - Quizvraag

      Hoe noem je het wanneer een land of een persoon goederen invoert?
      A
      Export
      B
      Import
      C
      Overslag
      D
      Mainport

      Slide 31 - Quizvraag

      Door meer export moeten we meer produceren en daardoor verdienen/verliezen bedrijven meer geld. Zo komen er meer/minder banen.
      A
      verliezen ; meer
      B
      verdienen ; minder
      C
      verdienen ; meer
      D
      verliezen ; minder

      Slide 32 - Quizvraag

      Een land dat geen handel wil drijven met andere landen heeft een
      A
      open economie
      B
      export probleem
      C
      gesloten economie
      D
      import probleem

      Slide 33 - Quizvraag

      Als de Deense kroon in waarde stijgt terwijl jij daar heen gaat op vakantie, is dat voor jou een
      A
      voordeel, jij bent minder euro per kroon kwijt
      B
      nadeel, jij moet meer euro betalen per kroon
      C
      voordeel, de kroon is sterker
      D
      nadeel, de euro is sterker

      Slide 34 - Quizvraag