In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Politiek en je
eigen
Politieke
Partij
Les 3:
Waarden en normen
Slide 1 - Tekstslide
PTA
Toets 'Hoe werkt de politiek?' in TW3 - 10%
PO: politieke partij en debat in week 13 - 15%
Slide 2 - Tekstslide
Programma
1. Terugblik les 1-2
2. Dilemma's
3. Boekje vullen
4. Opdracht
Slide 3 - Tekstslide
Nederland is een parlementaire democratie.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor trias politica?
A
dictatuur
B
Staten-Generaal
C
machtenscheiding
D
referendum
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het allerbelangrijkste in een rechtsstaat?
timer
0:30
Slide 6 - Open vraag
Aan het einde van de les:
o Je kunt waarden herkennen en benoemen.
o Je kunt normen herleiden tot waarden.
o Je kunt je persoonlijke waarden en normen omschrijven.
o Je kunt uitleggen wat een politieke partij is en doet.
Slide 7 - Tekstslide
Dilemma's
Wat vind jij?
Waarom?
Dit heeft te maken met WAARDEN
Slide 8 - Tekstslide
De overheid mag jou verplichten om donor te worden
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Elke dag ongezond eten
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
De politie mag camerabeelden van bouwmarkten bekijken om inbrekers te betrappen
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
De school mag camerabeelden bekijken om leerlingen te betrappen op ongewenst gedrag
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Een vriend (anoniem) aangeven bij de politie als je zeker weet dat hij iemand heeft verkracht
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
1.Waarde
= iets dat je belangrijk vindt. Bij IM: Iets dat veel mensen belangrijk vinden (een maatschappelijke waarde)
Vaak één woord en positief geformuleerd.
Dus 'geen oorlog' >>>> vrede
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Over welke WAARDE gaat dit filmpje?
timer
0:30
Slide 16 - Open vraag
2. Norm
= gedragsregel.
Altijd gebaseerd op een waarde. Dus je doet iets wel/niet omdat je bepaalde waarden hebt.
Dus: mijn waarde is gezondheid daarom sport ik drie keer per week
Slide 17 - Tekstslide
Over welke NORM gaat dit filmpje?
timer
0:30
Slide 18 - Open vraag
Wat hebben waarden en normen met de politiek te maken, denk je?
timer
1:00
Slide 19 - Open vraag
3. Politieke partij
= een groep mensen met dezelfde ideeën over hoe de samenleving eruit moet zien (onderwijs, zorg, arm-rijk etc.). Deze mensen delen dus waarden en normen.
Slide 20 - Tekstslide
timer
0:30
welke politieke partijen ken je?
Slide 21 - Woordweb
Slide 22 - Tekstslide
4. Lijsttrekker = gezicht van de politieke partij. Je ziet deze persoon dus ook vaak in de media.
Slide 23 - Tekstslide
5. Partijprogramma
= een document (boekje) van een politieke partij, waarin deze haar standpunten en plannen voor Nederland bekendmaakt.
Wordt ook wel verkiezingsprogramma genoemd.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Nederland moet extra vliegbelasting invoeren voor korte-afstandsvluchten (bijvoorbeeld naar Londen/Parijs etc.)
A
eens
B
oneens
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Zowel inkoop als verkoop van softdrugs door coffeeshops moet legaal worden.
A
eens
B
oneens
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Nederland moet uit de Europese Unie stappen.
A
eens
B
oneens
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Opdracht
Ga naar http://jongerenkieswijzer.nl
15 stellingen ('lees toelichting')
Welke drie partijen komen overeen met jouw mening?
Schrijf deze drie partijen op in je boekje bij les 3.
Slide 32 - Tekstslide
Afsluiting
o Je kunt waarden herkennen en benoemen.
o Je kunt normen herleiden tot waarden.
o Je kunt je persoonlijke waarden en normen omschrijven.
o Je kunt uitleggen wat een politieke partij is en doet.