Par.8.3 Democratisering in Nederland 2022

8.3 Democratisering in Nederland
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.3 Democratisering in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

vooraf:

1. terugblik begin 19e eeuw: Congres van Wenen, Restauratie
==> conservatieven willen dat alles hetzelfde blijft of terug gaat naar de tijd van voor de democratische revoluties
2. I.R. zorgt voor meer welvaart en een nieuwe rijke klasse: de rijke burgerij. Zij verdienen veel, betalen veel belasting en  willen meer politieke macht. Zij voelen zich thuis bij het  liberalisme
3. De keerzijde van de I.R. is echter ook de sociale kwestie: arbeiders willen een beter leven. Zij vinden aansluiting bij de socialisten.
4. Ook feministen en katholieken streven naar gelijke rechten: samen met de arbeiders vormen zij de emancipatiebewegingen



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

De nieuwe grondwet van 1848
  • Nadat Napoleon verslagen was wordt Nederland een monarchie onder Willem I --> autoritaire vorst
  • 1840 opvolger Willem II op de troon 
  • tot dan: ministers moeten verantwoording afleggen aan de koning
  • Parlement heeft weinig macht/bevoegdheden.
  • in 1848 Revolutiejaar: er is een economische crisis, voedselprijzen zijn enorm en in heel Europa breken opstanden uit, in FR wordt de koning afgezet, Berlijn staat in brand, rellen in Amsterdam!!!
  • Willem II geeft de liberaal Thorbecke de opdracht om een nieuwe grondwet te schrijven
  • vanaf dan: Liberalen aan de macht 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

1848: Thorbecke schrijft de grondwet

Slide 7 - Tekstslide

nieuwe grondwet 1848
  • Thorbecke schrijft nieuwe (liberale) grondwet met burgerlijke vrijheden.
  • Vrijheid van meningsuiting, onderwijs, godsdienst, drukpers,vergadering.
  • Censuskiesrecht (rijke burgers mochten stemmen --> dus...de liberalen).
  • Koning staatshoofd, maar geen regeringsleider meer.
  • Ministers geen verantwoording meer aan koning, maar aan parlement


Slide 8 - Tekstslide

Niet iedereen is tevreden..... tijd voor emancipatie in de politiek
Censuskiesrecht --> rijken die genoeg belasting betaalden mochten stemmen.
Arbeiders niet, socialisten wilden daar verandering in brengen.
Socialisten wilden daarmee politieke invloed krijgen in het parlement.

Slide 9 - Tekstslide

Emancipatie in de politiek
Confessionelen (protestanten en katholieken) wilden ook politieke invloed.
Nederland was sinds de Opstand een protestants land.
Katholieken voelden zich achtergesteld (wilden emanciperen).
Protestanten vertrouwden katholieken niet. Zij gehoorzaamden immers alleen de Paus!!
Politiek gezien hadden ze echter toch wel wat gelijke doelen:
1. gelijke subsidiëring van het onderwijs
2.  algemeen kiesrecht

Slide 10 - Tekstslide

Abraham Kuyper (ARP)
Protestant
Schaepman (RKSP)
Katholiek

Slide 11 - Tekstslide

Politieke strijdpunten rond 1900
1. uitbreiding kiesrechtstelsel tot algemeen kiesrecht
2. gelijkstelling bijzonder onderwijs met openbaar onderwijs

Slide 12 - Tekstslide

Democratisering
  • Kiesrecht werd steeds verder uitgebreid
  • 1848 censuskiesrecht
  • 1887 Caoutchouc artikel --> uitbreiding kiesrecht (kentekenen van Algemene geschiktheid --> mensen die konden lezen en schrijven) 
  • 1917 Algemeen mannenkiesrecht (passief vrouwenkiesrecht)
  • 1919 Algemeen Kiesrecht (ook vrouwen mochten stemmen)

Slide 13 - Tekstslide

Schoolstrijd
  • vanaf 1848 vrijheid van onderwijs
  • maar......alleen Openbare scholen kregen geld van de overheid
  • confessionelen wilden financiële gelijkstelling openbaar en christelijk onderwijs (=bijzonder onderwijs).
  • Pacificatie 1917: Financiële gelijkstelling wordt gerealiseerd. Einde schoolstrijd. 

Slide 14 - Tekstslide

Pacificatie 1917

  •  Socialisten wilden Algemeen mannenkiesrecht
  • Confessionelen wilden dat de overheid het christelijk onderwijs betaalde.
  • Socialisten en confessionelen hadden samen meerderheid in het parlement.
  • Sluiten een deal, steunen elkaars idealen.
  • Pacificatie (=vredesluiting) : einde strijd om algemeen kiesrecht en schoolstrijd.

Slide 15 - Tekstslide