Oefenen met het formuleren van antwoorden op examenvragen

Oefenen met het formuleren van antwoorden op examenvragen
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 6 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met het formuleren van antwoorden op examenvragen

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen met formuleren van examenvragen
Biologie 6V (Vertering)

Slide 2 - Tekstslide

Taaislijmziekte of cystic fibrosis (CF) is een ernstige en veelvoorkomende erfelijke aandoening. Doordat ook de alvleessapafgifte belemmerd is bij CF-patiënten, is de omzetting van bepaalde bestanddelen in de voeding beperkt. Bram, een CF-patiënt van 16 jaar, slikt daarom enzymsupplementen, zodat deze omzettingen wel goed kunnen plaatsvinden.De enzymsupplementen die Bram bij elke maaltijd slikt werken goed maar toch is zijn vetvertering niet optimaal: hij heeft een vettige ontlasting.

Leg uit waardoor de ontlasting bij CF-patiënten vaak vettig is. (2p)

Slide 3 - Open vraag

Enzymen die in actieve vorm worden geproduceerd in de pancreas zijn onder andere a-amylase en triaglycerol-lipase. Inactieve enzymen zijn bijvoorbeeld pro-carboxypeptidasen en pro-fosfolipase.
- Leg uit waarom fosfolipase niet in actieve vorm wordt geproduceerd. (1p)
- Leg uit waarom dat bij a-amylase wel mogelijk is. (1p)

Slide 4 - Open vraag

De oma van Marah is met een ontsteking aan haar been in het ziekenhuis opgenomen. De ontsteking is daar behandeld met een antibioticum. Toen haar been begon te genezen kreeg oma last van diarree. Na enige tijd werd de diagnose gesteld: een darminfectie met Clostridium difficile.

Het toxine dat Clostridium difficile afgeeft, tast het epitheel (dekweefsel) van de dikke darm aan.

Verklaar hoe door aantasting van het darmepitheel diarree kan ontstaan. (1p)

Slide 5 - Open vraag

Veelvuldig gebruik van maagzuurremmers (zoals Rennies) kan leiden tot eiwittekorten, vettige ontlasting én darminfecties. Leg alle drie gevolgen uit (4p)

Slide 6 - Open vraag