2KM present perfect

2km 
B2m/B2j
Present perfect / past simple
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2km 
B2m/B2j
Present perfect / past simple

Slide 1 - Tekstslide

Present perfect
Hoe maken we de present perfect?
Have/has + voltooid deelwoord

Have (bij: I/you/we/they)                         
Has (bij: He/she/it) 
voltooid deelwoord (infinitief +ed = walk+ed / walked)
Voltooid deelwoord onregelmatig 3e rijtje (see = seen) 

Slide 2 - Tekstslide

Present perfect
1.Iets is in het verleden begonnen en nu nog aan de gang.
2. Om te praten over ervaringen uit het verleden.
3. Om te zeggen dat iets in het verleden gebeurd is en het resultaat is nog steeds zichtbaar.

Slide 3 - Tekstslide

Present perfect
1.Iets is in het verleden begonnen en nu nog aan de gang.
- Rick has broken his leg
2. Om te praten over ervaringen uit het verleden.
- They have seen this film twice already
3. Om te zeggen dat iets in het verleden gebeurd is en het resultaat is nog steeds zichtbaar.
- So far, Lyla has had two dance lessons. 

Slide 4 - Tekstslide

I _______ (heb gelopen) to the beach already today.

Slide 5 - Open vraag

Wat waren de FANBOYS?

Slide 6 - Woordweb

She _______ (buy) sneakers at this store before.

Slide 7 - Open vraag

It _______ (be) on sale since last week.
A
has be
B
has were
C
has was
D
has been

Slide 8 - Quizvraag

Past simple
gebruiken we om verleden tijd mee aan te geven. Iets is gebeurd in het verleden en daar ook geëindigd. 

1. Ik werkte voor een bedrijf in 2010.
2. Zij reed in een Ford gisteren.
3. Donald Trump was president van Amerika.

Slide 9 - Tekstslide

Past simple
De verleden tijd maken we als volgt in het Engels:
regelmatig = infintief +ed / walk+ed = walked
Onregelmatig 2e rijtje / see = saw 

Slide 10 - Tekstslide

They ______ (waren) at school three weeks ago.
A
ware
B
were
C
was
D
where

Slide 11 - Quizvraag

I ______ (onderzocht) a crime scene yesterday.
A
investigated
B
investigates
C
investigate
D
investigateed

Slide 12 - Quizvraag

Noteer een onregelmatig werkwoord

Slide 13 - Woordweb

Present perfect
gebruiken we voor:
1.Iets is in het verleden begonnen en nu nog aan de gang.
2. Om te praten over ervaringen uit het verleden.
3. Om te zeggen dat iets in het verleden gebeurd is en het resultaat is nog steeds zichtbaar.

past simple
gebruiken we om:
verleden tijd mee aan te geven. Iets is gebeurd in het verleden en daar ook geëindigd. 

Slide 14 - Tekstslide

Present perfect
Hoe?


1. Have/has
2. Infintief +ed / onregelmatige rijtje 3 (pagina 161) 
past simple
Hoe? 


1. infinitief +ed/onregelmatig rijtje 2 (pagina 161)

Slide 15 - Tekstslide

She _____ (live) in New Jersey since 2010
A
lived
B
have lived

Slide 16 - Quizvraag

They ______ (see) a plane crash on Youtube last week.
A
have seen
B
saw

Slide 17 - Quizvraag

My friend ______ (find) my keys already.
A
found
B
have found

Slide 18 - Quizvraag

I ______ (not - drink) Fristi since I was 10 years old.
A
haven't drunk
B
drank
C
hasn't drunk
D
didn't drink

Slide 19 - Quizvraag

I can't walk since I _______ (break) my foot.

Slide 20 - Open vraag

I ______ (be) at home yesterday evening.

Slide 21 - Open vraag

I ______ (do) my homework two day ago already.

Slide 22 - Open vraag

Jullie kennen nu het verschil
tussen de past simple en de present perfect. 

Ga nu zelfstandig aan de slag met de opdrachten in de ELO voor past simple/present perfect

Slide 23 - Tekstslide