2.1 Wat is een rechtsstaat?

Herhaling Wat is maatschappijleer?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Wat is maatschappijleer?

Slide 1 - Tekstslide

Bij dilemma’s gaat het altijd om keuzes van de overheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Als jij een sportblessure oploopt, is dat een persoonlijk probleem; als duizenden mensen gezondheidsklachten hebben vanwege smog is er sprake van een maatschappelijk vraagstuk.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een maatschappelijk vraagstuk is meestal ook een politiek probleem, omdat de overheid er meestal een rol in heeft.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Je belangen worden in grote mate bepaald door je maatschappelijke positie.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Bij een maatschappelijk vraagstuk is er altijd sprake van verschillende meningen.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Vrijheid, eerlijkheid en rijkdom zijn voorbeelden van normen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Waarden zijn persoonlijk, normen gelden voor iedereen.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Kennis, beroep, aantal en geweld zijn machtsmiddelen.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Hoe welvarender een land, hoe meer sociale cohesie.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Sociale ongelijkheid is het gevolg van sociale cohesie.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer meningen als feiten worden gepresenteerd, is er geen sprake van een betrouwbare bron.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Het is moeilijk om objectief waar te nemen, omdat iedereen een eigen referentiekader heeft.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Algoritmes kunnen ervoor zorgen dat je in een filterbubbel terechtkomt.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Iemand die selectief waarneemt, sluit zich af voor communicatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Manipulatie betekent dat er langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige meningen worden opgedrongen.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

De uitspraak “Die vrouw lijkt me een dom blondje” is een voorbeeld van een vooroordeel.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

‘Daarom’, ‘dus’ en ‘want’ zijn voorbeelden van verbindingswoorden tussen je feit en je argument.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Als er meer politie op straat aanwezig is, daalt de criminaliteit” is een voorbeeld van een oorzaak- gevolgredenering
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video