In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Formatieve toets H5 + H6
Slide 1 - Tekstslide
1. Zet de getallen in de juiste volgorde van klein naar groot.
Sleep de getallen naar de nummers.
1.
2
3
4
5
6
7
8
8,003
8,013
7,989
7,99
8
7,0985
7,799
8,01
Slide 2 - Sleepvraag
2. Rond af 13,75 af op 1 decimaal
Slide 3 - Open vraag
3. Rond 295,4497 af op twee decimalen
Slide 4 - Open vraag
4. Rond 295,4497 af op drie decimalen
Slide 5 - Open vraag
5. Rond 295,45 af op een heel getal
Slide 6 - Open vraag
6. Rond 6 493 549,5 af op miljoenen
Slide 7 - Open vraag
7. Rond 6 493 549,5 af op duizendtallen
Slide 8 - Open vraag
8. Rond 6 493 549,5 af op eenheden
Slide 9 - Open vraag
9. Rond 6 493 549,5 af op honderdtallen
Slide 10 - Open vraag
10.
Hoeveel dozen moet hij kopen? Schrijf je berekening op.
Slide 11 - Open vraag
11. Klas 1AH2 gaat naar de bioscoop. Zij moeten €10 per leerling, €14 per docent en €3 aan popcorn betalen. Er gaan 25 leerlingen en 2 docenten mee en iedereen neemt popcorn. Zij nemen €360 mee. Hoeveel euro blijft er over?
Slide 12 - Open vraag
12. 5 leerlingen van de 30 leerlingen uit 1HA2 gaan niet mee naar de bioscoop. Hoeveel procent is dat?
Slide 13 - Open vraag
13.
Slide 14 - Open vraag
14.
Slide 15 - Open vraag
15.
Welke verhouding hoort bij deze tabel?
Slide 16 - Open vraag
16. Om een fabriekshal schoon te maken moeten 3 schoonmakers 18 uur werken. Om welk verband gaat het? (Dit willen we weten om straks verder te rekenen)
A
omgekeerd evenredig verband
B
evenredig verband
Slide 17 - Quizvraag
17. Voor 25 euro krijg je 110 Roemeens leu. Om welk verband gaat het?
A
omgekeerd evenredig verband
B
evenredig verband
Slide 18 - Quizvraag
18. Om een fabriekshal schoon te maken moeten 3 schoonmakers 18 uur werken. Hoeveel uur doen 12 schoonmakers erover?
A
72 uur
B
6 uur
C
4,5 uur
D
3 uur
Slide 19 - Quizvraag
19. Marie heeft een limonadekraampje. Haar winst in euro berekent zij met deze formule:
Hoeveel euro winst heeft zij als zij 10 bekers limonade verkoopt?