Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
K4 - Voorbereiding op de grammaticatoets : Present simple
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Grammar: Present Simple
Slide 2 - Tekstslide
- Ik kan de ‘present simple’ gebruiken en toepassen in de zin
Slide 3 - Tekstslide
Grammar:
Present Simple
Slide 4 - Tekstslide
timer
1:00
Present Simple
Slide 5 - Woordweb
Present Simple - wanneer?
Heden
- altijd, nooit, herhaaldelijk of regelmatig
Slide 6 - Tekstslide
Present Simple - wanneer?
Heden
- altijd, nooit, herhaaldelijk of regelmatig
I always brush my teeth in the morning.
He never does his laundry.
They often wake up at 7 o'clock.
Slide 7 - Tekstslide
Present Simple - wanneer?
Heden
- altijd, nooit, herhaaldelijk of regelmatig
I always brush my teeth in the morning.
He never does his laundry.
They often wake up at 7 o'clock.
Signaalwoorden:
always, never, often, somtimes, every day
Slide 8 - Tekstslide
Wanneer?
Gewoonte
Regelmatig
Feit
Hoe herken je de present simple?
Sometimes
Never
Often
Regularly
Every
Usually
Seldom
Slide 9 - Tekstslide
Present Simple - hoe?
Slide 10 - Tekstslide
Present Simple - hoe?
Bevestigende zin (+)
I sing a song.
She sing
s
a song.
Ontkennende zin (-)
Vraagzin (?)
Slide 11 - Tekstslide
Present Simple - hoe?
Bevestigende zin (+)
I sing a song.
She sing
s
a song.
Ontkennende zin (-)
Vraagzin (?)
Slide 12 - Tekstslide
Present Simple - hoe?
Bevestigende zin (+)
I sing a song.
She sing
s
a song.
Ontkennende zin (-)
You
do not/don't
sing a song.
He
does not/doesn't
sing a song.
Vraagzin (?)
Slide 13 - Tekstslide
Present Simple - hoe?
Bevestigende zin (+)
I sing a song.
She sing
s
a song.
Ontkennende zin (-)
You
do not/don't
sing a song.
He
does not/doesn't
sing a song.
Vraagzin (?)
Do
they sing a song?
Does
she sing a song?
Slide 14 - Tekstslide
Present Simple - hoe?
Maak van de bevestigende zin (+) een ontkennende zin (-)
Nicki plays basketball every day.
Slide 15 - Open vraag
Present Simple - hoe?
Maak van de bevestigende zin (+) een ontkennende zin (-)
Nicki plays basketball every day.
Nicki
does not/
d
oesn't
play
basketball every day.
Slide 16 - Tekstslide
Present Simple - hoe?
Maak van de bevestigende zin (+) een vragende zin (?)
They love fish and chips.
Slide 17 - Tekstslide
Present Simple - hoe?
Maak van de bevestigende zin (+) een ontkennende zin (-)
They love fish and chips.
Slide 18 - Open vraag
Present Simple - hoe?
Maak van de bevestigende zin (+) een vragende zin (?)
They love fish and chips.
Do
they
love
fish and chips?
Slide 19 - Tekstslide
Kijk naar de onderstaande woorden. Welke woorden geven aan dat zij horen bij de present simple?
Signal word
Not a signal word
Next Friday
Yesterday
Never
Wednesday
Often
Every week
Slide 20 - Sleepvraag
Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
shout
choose
chooses
shouts
grow
Slide 21 - Sleepvraag
The old man always sits in his chair.
the old man always
in his chair?
Maak een vraagzin van deze onderstaande zin:
Do
Does
Is
sits
sit
sitting
Did
Slide 22 - Sleepvraag
She is my best friend.
she
my best friend?
Maak een vraagzin van deze onderstaande zin:
Do
Does
Is
Be
Am
Are
Did
Slide 23 - Sleepvraag
They are at the club every Tuesday evening.
they
at the club every Tuesday evening?
Maak een vraagzin van deze onderstaande zin:
Do
Does
Is
Be
Am
Are
Did
Slide 24 - Sleepvraag
1. I like scary movies.
2. He is walking the dog.
3. We danced all night long.
4. She plays the piano.
5. They are my parents.
Present Simple
Not Present Simple
1
2
3
4
5
Slide 25 - Sleepvraag
Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls
Slide 26 - Quizvraag
Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts
Slide 27 - Quizvraag
Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks
Slide 28 - Quizvraag
Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears
Slide 29 - Quizvraag
Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits
Slide 30 - Quizvraag
(to walk) present simple
He ....... in the park.
Slide 31 - Open vraag
(to teach) present simple
She ..... English.
Slide 32 - Open vraag
(to cry) present simple
The baby ..... .
Slide 33 - Open vraag
(to dance) present simple
I ..... at the party.
Slide 34 - Open vraag
(to kiss) present simple
She ..... her boyfriend.
Slide 35 - Open vraag
(to watch) present simple
We ..... a nice film.
Slide 36 - Open vraag
My sister likes everything pink.
my sister
everything pink?
Question
Do
Does
Is
Be
likes
like
Did
Slide 37 - Sleepvraag
Present Simple
Slide 38 - Tekstslide
Grammar:
Opdrachten snelhechter
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Wat hebben we vandaag gedaan en wat heb ik geleerd?
Slide 41 - Open vraag
* Zie Magister/planner
Slide 42 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
Januari 2023
- Les met
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
U4L4 Present simple/ Present continuous
Februari 2023
- Les met
36 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Unit 1 Lesson 2 3B
September 2023
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Present Simple VS Present Continious
September 2023
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Unit 1 Lesson 2 3B
November 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
Juni 2022
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
LK3D - Unit 1.2 - Present Simple VS Present Continous
Augustus 2022
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Week 7 O16 les 1 | Present simple hh en negations
Februari 2023
- Les met
17 slides