ouderwets woord dat niet meer algemeen gebruikt wordt
1. Archaïsme
gierwolf
Slide 3 - Tekstslide
Een gierwolf is namelijk een verouderde benaming voor een ‘gulzigaard’, een ‘gulzig persoon’. Waarschijnlijk dacht men bij het eerste deel van deze samenstelling zowel aan de gier, de aasetende roofvogel, als aan het werkwoord gieren, dat ‘heftig verlangen’ of ‘onstuimig begeren’ betekent. Met dat werkwoord hangt ook het tweede deel van de woorden leergierig en nieuwsgierig samen.
GIERWOLF
Per dag heeft een wolf drie tot vijf kilogram voedsel nodig. Dat is aanzienlijk meer dan de dagelijkse behoefte van een gemiddelde mens, maar ongetwijfeld vergelijkbaar met de hoeveelheid eten die een zogenaamde gierwolf op een dag verorbert.
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
2. Taaldossiertoets
Wat? Grammatica en werkwoordspelling.
Hoe? Doorlezen en invullen.
Hulp? Geen!
Tijd? Tot einde les.
Uitkomst? Zelf nakijken en fouten bij mij melden.
Klaar? Werkboek blz. 236 opdr. 3 en 4 + nakijken
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat gaan we doen vandaag?
Klassenpost!
Slide 6 - Tekstslide
Eten = onderwerp
3 codewoorden opnoemen die erin verwerkt moeten worden:
- op natuurlijke wijze, zodat het niet opvalt
- geen scheldwoorden
De opdracht: min. 1 A4
Schrijf een brief naar je schrijfmaatje.
Stel jezelf voor.
Promoot een restaurant/gerecht: overtuig!
Stel vragen: wat wil je weten van je schrijfmaatje?
Heb je onze codewoorden erin verwerkt?
Envelop ophalen.
Slide 7 - Tekstslide
Hoe overtuig je?
Ik kopieer de brieven.
Daarna stoppen zij het in een envelop.
Indien geen serieuze brief, opnieuw, net zolang tot het serieus is.
4. Evaluatie en vooruitblik
Wat heb je geleerd?
Wat wil je onthouden?
Wat vond je van Klassenpost?
Volgende rapporttoets: schrijven zakelijke brief/e-mail --> eind januari