De rivieren in Bangladesh voeren zand en
slib aan. In het vlakke land gaat de rivier langzamer stromen, waardoor de stroming minder sterk wordt.
Het zware slib zakt naar de bodem en blijft daar liggen. Dit heet sedimentatie.
Door sedimentatie raakt de rivier soms verstopt.
Het water vormt dan nieuwe geulen op weg naar zee. Zo’n monding (einde) van een rivier die steeds nieuwe vertakkingen maakt, heet een delta.