2.1 B Lijnen en afstanden

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2 Afstanden en oppervlakte

2.1 B Lijnen en afstanden

Vandaag

• Terugblikken.
• 2.1 B Lijnen en afstanden.

• Aan de slag!

Terugblikken

De afstand tot een punt 

bepaal je met een cirkel.

Op de cirkel: afstand = straal

In de cirkel: afstand < straal

Buiten de cirkel: afstand > straal

Terugblikken

De afstand tot een lijn bepaal 

je met 2 evenwijdige lijnen 

aan je originele lijn.

1 erboven en 1 eronder.

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je evenwijdige lijnen gebruiken om te werken met afstanden tot een andere lijn. 

Freddy wil terug naar het strand zwemmen.

Wat is de kortste afstand?

A

B

C

De kortste afstand is bij plaatje B.

B

Waarom is dit de kortste afstand? Wat is er bijzonder aan?

De kortste afstand van een punt tot een lijn 

is een loodlijn.

De kortste afstand van een punt tot een lijn 

is een loodlijn.

Stel ik wil alle punten vinden die op precies 1 cm van de lijn l liggen.

Hoe doe ik dat?

Omdat de lijnen evenwijdig lopen, 

liggen alle punten op m én n op precies 1 cm van l.

Evenwijdige lijnen lopen in dezelfde richting, snijden elkaar nooit en de afstand ertussen is overal evenveel.

Video afstanden en lijnen