Vragen over ziektebeelden

Hoeveel kennis heb jij over ziektebeelden?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoeveel kennis heb jij over ziektebeelden?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is MS?
A
spierziekte
B
ziekte van centrale zenuwstelsel

Slide 2 - Quizvraag

Wat is NIET waar?
A
MS komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen
B
Openbaart zich meestal tussen 40-50ste
C
MS kan bij kinderen voorkomen
D
MS komt vooral in Westerse landen voor

Slide 3 - Quizvraag

Welke voorbodes kunnen er zijn bij hartaanval?

Slide 4 - Woordweb

Wat is hier aan de hand?
A
hersenbloeding
B
herseninfarct
C
epilepsie

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk ziektebeeld ontstaat er een tekort aan dopamine?
A
MS
B
ALS
C
Ziekte van Parkinson
D
Reuma

Slide 6 - Quizvraag

Welk ziektebeeld hoort hierbij:
pijn op borst door te weinig zuurstof hartspier + vernauwing kransslagaders+aanval trekt meestal weg na rust of inname medicatie
A
hartinfarct
B
angina pectoris
C
hartritmestoornissen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is dotteren?
A
vernauwing in kransslagader opgerekt met soort ballonnetje
B
omleiding langs vernauwing met eigen (slag)ader

Slide 8 - Quizvraag

Welk orgaan is verantwoordelijk voor de aanmaak van insuline?
A
lever
B
alvleesklier
C
maag
D
darmen

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer spreek je van een hypoglycemie?
A
Bloedsuiker onder de 4 mmol/l
B
Bloedsuiker tussen de 4 en 8 mmol/l
C
Bloedsuiker boven de 10 mmol/l

Slide 10 - Quizvraag

Welke verschijnselen kan je zien bij hypoglycemie?

Slide 11 - Woordweb

Wat moet je doen bij hypoglycemie?

Slide 12 - Woordweb

Welk ziektebeeld valt NIET onder COPD?
A
chronische bronchitis
B
longemfyseem
C
astma

Slide 13 - Quizvraag

Wat is longemfyseem?
A
bronchiën zijn ontstoken
B
longblaasjes gaan verloren
C
chronische ontsteking van de longen
D
bloedpropje in de longen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is afasie?
A
spraakstoornis
B
Taalstoornis
C
vorm van dementie
D
handelingsstoornis

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Wat voor aanval zag je in dit filmpje?
A
Absence
B
Tonische aanval
C
Myoclonische aanval
D
Tonisch clonische aanval

Slide 17 - Quizvraag

Hoe moet je handelen als iemand een tonisch clonische aanval heeft?

Slide 18 - Open vraag

Wat is reuma? Kies het best passende antwoord.
A
aandoening aan het bewegingsapparaat niet veroorzaakt door ongeval
B
gewrichtsontsteking
C
peesontsteking
D
spierontsteking

Slide 19 - Quizvraag

Noem eens een aantal voorbeelden van reuma

Slide 20 - Open vraag

ALS (amyotrofische laterale sclerose) is een neuromusculaire aandoening, een aandoening die leidt tot het onvoldoende of niet functioneren van de spieren.
Uiteindelijk overlijdt iemand doordat het hart stopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Wat is retinopathie?
A
verhoogde oogboldruk
B
beschadiging van het netvlies bij diabetes
C
beschadiging zenuwcellen
D
staar

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat is osteoporose?
A
aders verkalken
B
botmassa vermindert
C
botkanker
D
botontsteking

Slide 24 - Quizvraag

Wat is er bij glaucoom aan de hand?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Wat is een pneumonie?

Slide 27 - Open vraag

Wat betekent cataract?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide