5. Snelheid vervolg

5. Snelheid vervolg
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5. Snelheid vervolg

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Verder oefenen met de formules, zodat je nog meer oefent dus de volgende leerdoelen beheerst:
Vaardigheden:
Je kunt gegevens verwerken in een tabel en/of grafiek
Je kunt formules hanteren met behulp van GGFOIC (het stappenplan)
Kennis:
Je kunt rekenen met het metriek stelsel
Je kunt snelheid omrekenen van km/h naar m/s
Je kunt de grootheden en eenheden van afstand, tijd en snelheid gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Programma
- Herhalen theorie berekenen van snelheid, afgelegde afstand of tijd
- Klassikaal dus samen 2 opgaven maken
- Theorie grafiek tekenen
- Aan de slag, antwoorden en meer opgaven verkrijgbaar bij de docent
- Ik loop rond om vragen te beantwoorden
- Vanaf ongeveer 13.45 klassikaal voor geinteresseerden (of je mag in stilte doorwerken) bespreken opgave 11 en opgave Sven Kramer
- 14.10 de laatste dia en tijd voor de laatste vragen
- 14.15 einde les.

Slide 3 - Tekstslide

Werken met formules
v=ts
t=vs
s=vt
3=26
2=36
6=3.2
1 vergelijking met 3 onbekenden
Weet je twee; dan kun je de andere uitrekenen

Slide 4 - Tekstslide

Werken met formules
U=IP
I=UP
P=UI
3=26
2=36
6=3.2
1 vergelijking met 3 onbekenden
Weet je twee; dan kun je de andere uitrekenen

Slide 5 - Tekstslide

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. 
Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren (h) / seconden
t = s : v
afstand
s
Km / meter
s = v x t
snelheid
v
Km/h of m/s
v= s : t
v=ts
t=vs

Slide 6 - Tekstslide

afstand = snelheid x tijd
s = v x t
snelheid = afstand : tijd

tijd = afstand : snelheid

kleine letters
v=ts
t=vs

Slide 7 - Tekstslide

Snelheid
- De eenheid van snelheid is in km/u of m/s
- De afkorting van snelheid is v (velocity)



van km naar m = *1000 en van u naar s= delen door 60*60=3600
1000/3600= delen door 3.6
van m naar km = /1000 en van s naar h= keer 60*60=3600
3600/1000= keer 3.6

Slide 8 - Tekstslide

Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Wat is je snelheid in km/h?
Gegeven
Gevraagd
Formule
Omrekenen
Invullen
Antwoord

Slide 9 - Tekstslide

Je fietst 16000 m en doet hier 0.8 uur over. Wat is je snelheid in km/h?
Gegeven
afstand s= 16000 m en tijd t= 0.8 h
Gevraagd
snelheid v (km/h)
Formule
v=s/t 
Omrekenen
16000 m = 16000/1000= 16 km  
Invullen
v=s/t dus 16/0.8=  20 km/h 
Antwoord
Je fietst 20 km/h
v=ts
v=ts
v=0.816

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld 2
- Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Bereken de snelheid in km/h
16000 meter / 1000 = 16 kilometer
  • Gegeven: afstand (s) = 16 kilometer en tijd (t) = 0,8 uur
  • Gevraagd: v
  • Formule: v = s : t
  • Berekening: v = 16 : 0,8 = 20
  • Antwoord: v = 20 km/h


Slide 11 - Tekstslide

De Thalys legt 400 km af in 2 h en 40 min. Bereken de snelheid in km/h
Gegeven
Gevraagd
Formule
Omrekenen
Invullen
Antwoord

Slide 12 - Tekstslide

De Thalys legt 400 km af in 2 h en 40 min. Bereken de snelheid in km/h
Gegeven
afstand s= 400 km tijd t is 2h en 40 minuten
Gevraagd
snelheid in km/h
Formule
v=s/t s in km en t in h
Omrekenen
2h en 40 min is 40/60=0,67 h dus 2+ 0,67= 2,67 h
Invullen
v=s/t ===>v= 400/2,67= 150 km/h
Antwoord
De snelheid van de Thalys is 150 km/h

Slide 13 - Tekstslide

Grafieken 
Eisen en Duidelijkheid is het belangrijkste!:

  • Duidelijke titel
  • Astitels met grootheid en eenheid of wat betekenen de getallen?
  • Y-as (verticale as): afhankelijke variabele (wat je meet)
  • X-as (horizontale as): onafhankelijke variabele (wat je wijzigt of controleert, bepaal je van tevoren)
  • Gelijke stapjes en logische verdeling op de assen
  • Vloeiende lijn door de meetwaarden
  • Eventuele legenda bij meerdere lijnen 

zie ook ItsLearning : de PowerPoint
Onderzoek doen +grafieken en tabellen

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Rekenen met de opgaven
- Oefenopdrachten rekenen met snelheid
- Opdracht Sven Kramer en een tabel met veel rekenen
- Meer opdrachten, kom even langs of begin met leren
- Bestudeer Powerpoint over het tekenen van grafieken
- Alle info om je voor te bereiden staat op ItsLearning 
Nodig voor de toets volgende week:
Je device, met oplaadkabel, liniaal, potlood gum en pen
Numeriek stelsel
zie M1
Zaken bespreken:
13.45-14.15

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 11 het rengroepje
Les 12:45-14:15

Start rennen 8.30





Slide 16 - Tekstslide

afstand     tijd 
km              min
 0.5             0.61
1.5               1.8
5                  6.14
10                13.08

Slide 17 - Tekstslide

De Thalys legt 400 km af in 2 h en 40 min. Bereken de snelheid in km/h
1. Gegeven:   Afstand (s) = 400 km
                            Tijd (t) = 2 uur en 40 min
                              
                        

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 3
De Thalys legt 400 km af in 2 h en 40 min. Bereken de snelheid in km/h

1. Gegeven:   Afstand (s) = 400 km
                            Tijd (t) = 2 uur en 40 min

                         40 min = 40 : 60 = 0,67 uur
                           2 uur  en 40 min ==> 2 uur + 0,67 uur =2,67 uur
                              
                        

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld 3 vervolg
2. Gevraagd:                2.        

3. Formule:                     3.  


4. Uitrekenen:              4.
 
5.   Antwoord                 5.  de snelheid is 150 km/h
υ=ts
v=2,67400
v

Slide 20 - Tekstslide

Opgave Sven Kramer reed tijdens de WK in Moskou de volgende tijden









Maak van de resultaten een grafiek. Gebruik de waarden van meters en minuten
afstand
(m)
tijd
 snelheid m/s
 snelheid km/h
500
36,70 s
1500
1,80 min
5000
6,14 min
10 000
13,08 min

Slide 21 - Tekstslide