4. 1900-1940

Nooit  is een boek zo vlees voor me geworden als dit verhaal over een paar jaar uit een jongensleven, loepzuiver verteld, zonder enige literaire franje of belangrijkmakerij. Alles herkende ik. En dan Rosa Overbeek! Zij was niet alleen Kees' maar ook mijn eerste liefde. Ik durf zelfs te beweren dat wie niet verliefd is geweest op Rosa Overbeek niet weet wat verliefdheid is
Remco Campert

Intertekstualiteit met Het leven is verrukkuluk en later met Sander Kollaard Uit het leven van een hond
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nooit  is een boek zo vlees voor me geworden als dit verhaal over een paar jaar uit een jongensleven, loepzuiver verteld, zonder enige literaire franje of belangrijkmakerij. Alles herkende ik. En dan Rosa Overbeek! Zij was niet alleen Kees' maar ook mijn eerste liefde. Ik durf zelfs te beweren dat wie niet verliefd is geweest op Rosa Overbeek niet weet wat verliefdheid is
Remco Campert

Intertekstualiteit met Het leven is verrukkuluk en later met Sander Kollaard Uit het leven van een hond

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Socialisme
Interbellum1918-1940
Dadaïsme
Neoromantiek
Expressionisme
Modernisme
de Stijl
Forum
Nieuwe zakelijkheid

Slide 3 - Tekstslide

Sommige Tachtigers ontwikkelden zich van radicale individualisten tot radicale socialisten.

Frederik van Eeden
Herman Gorter
Henriette Roland-Holst

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

anti-kunst, dadaïsme 
ready mades, ontregelende happenings
reactie op de Eerste Wereldoorlog
Marchel Duchamps

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

neo-romantiek
tijd is minder scherp afgebakend i.v.m. romantiek
meer een historische sfeer en geen gedetailleerde beschrijvingen zoals in de 19e eeuw
Arthur van Schendel
J.J.Slauerhoff
Aart van der Leeuw

Slide 8 - Tekstslide

De Nederlandse literatuur kende weinig avant-gardisten. Hoe kwam dat?

Slide 9 - Open vraag

Waarin verschilt de neo-romantiek van de romantiek?

Slide 10 - Open vraag

expressionisme
antirealistisch
De waarneembare werkelijkheid is niet van belang.
emoties moeten worden geuit. Marsman is een bekende expressionist. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat valt je op aan de schrijfstijl van Marsman in VLAM:
Schuimende morgen/ en mijn vuren lach/ drinkt uit ontzaggelijke schalen/ van lucht en aarde/ den opalen dag

Slide 13 - Open vraag

 Ging de kunstenaar tot en met het impressionisme nog uit van de zintuigelijke waarneming van de werkelijkheid, steeds vaker kiezen kunstenaars er nu voor om de werkelijkheid IN hun hoofd uit te drukken, ‘expressie’. 

Beginpunt is dus de eigen
werkelijkheid, en voor de expressie daarvan gebruikt een kunstenaar vaak wel weer 
materiaal uit de waarneembare werkelijkheid. Alleen wordt die nogal vervormd weergegeven 

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen impressionisme en expressionisme?

Slide 15 - Open vraag

Hij schrijft op het kantelpunt tussen de oude samenleving en de nieuwe. Werken tegenover de drang naar vrije tijd. Hij verzet zich tegen de burgermaatschappij.
De uitvreter, Titaantjes en Dichtertje zijn drie korte verhalen over personen die vrij willen zijn in de natuur en zo vrij als God. Telkens worden zij teruggeroepen door hun verplichtingen





Nescio                     
Jan Hendrik Frederik Grönloh    ( Amsterdam, 22 juni 1882 – Hilversum, 25 juli 1961 )             

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf op modernistische wijze hoe je nu schrijft over het modernisme.

Slide 21 - Open vraag

De Stijl: Rietveld, Van Doesburg

Slide 22 - Tekstslide

Nieuwe zakelijkheid
* geen psychologisering
* het moderne leven (het stadse leven)
* de journalistieke schrijfstijl
* scenische opzet


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat is de 'vent' in de literatuur?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Doen
Maak de vragen op p. 4,  p.6 en p. 10

Slide 31 - Tekstslide