Paragraaf 1 Geld telt

Programma
Start nieuw hoofdstuk Thuis in geldzaken
Uitleg en maken paragraaf 2.1 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
Start nieuw hoofdstuk Thuis in geldzaken
Uitleg en maken paragraaf 2.1 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan voorbeelden geven wat je allemaal kunt doen met geld
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen chartaal en giraal geld

Slide 2 - Tekstslide

Soorten ruil






Het gebruik van geld maakt arbeidsverdeling gemakkelijker.
Directe ruil
Indirecte ruil

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
arbeidsverdeling: verdeling van werk en productie, waarbij iedereen een eigen taak heeft

Slide 6 - Tekstslide

Functies van geld
  • Rekenmiddel: Een trui kost €40 en een broek €50
  • Ruilmiddel: Producten en diensten kopen
  • Spaarmiddel: Geld sparen

Slide 7 - Tekstslide

Twee soorten geld
Chartaal geld
Giraal geld

Slide 8 - Tekstslide

Soorten geld
  • Chartaal geld:
  • Contant geld of cash is tastbaar: munten en bankbiljetten. Het contante geld dat bij personen, bedrijven en instellingen in gebruik is, heet officieel chartaal geld. Contant geld dat bij banken in de kluis ligt, telt niet mee.
  • Giraal geld:
  • Geld dat op bankrekeningen staat, is niet tastbaar. Het geld dat bij banken op betaalrekeningen staat, heet officieel giraal geld. Geld op spaarrekeningen telt niet mee.

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan voorbeelden geven wat je allemaal kunt doen met geld
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen chartaal en giraal geld

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Maken paragraaf 2.1 en de rekentrainer 2.1 

Slide 11 - Tekstslide