In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Lesdoelen
Je leert verschillende aanzichten.
Je leert verschillende aanzichten te tekeningen.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Aanzichten
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Opgave 51 blz 94 Hieronder zie je drie aanzichten van een camper. Welke aanzichten zie je?
A
Boven, voor en achter
B
Voor, zij en achter
C
Voor, zij en onder
D
Zij, zij en voor
Slide 5 - Quizvraag
Opgave 51 blz 94 Hieronder zie je drie aanzichten van een camper. Op welk aanzicht kan je de lengte van de camper aflezen?
A
Zijaanzicht
B
Vooraanzicht
C
Achteraanzicht
D
Geen van de aanzichten
Slide 6 - Quizvraag
Opgave 51 blz 94 Hieronder zie je drie aanzichten van een camper. Hoeveel centimeter is de lengte? Rond af op één decimaal.
Let op: van mm naar cm gaan we op de trap één stapje naar links
A
591,6 cm
B
601,6 cm
C
589,6 cm
D
599,6 cm
Slide 7 - Quizvraag
Opgave 51 blz 94 Hieronder zie je drie aanzichten van een camper. Hiervoor is de lengte van de camper berekend in cm. Hoeveel meter is dat? Rond af op één decimaal.
Let op: van mm naar m gaan we op de trap drie stappen naar links
A
5,9 m
B
59,0 m
C
589,6 m
D
0,59 m
Slide 8 - Quizvraag
Opgave 51 blz 94 Hieronder zie je drie aanzichten van een camper. Op welk aanzicht kan je de breedte van de camper aflezen?
A
Zijaanzicht
B
Vooraanzicht
C
Achteraanzicht
D
Geen van de aanzichten
Slide 9 - Quizvraag
Opgave 51 blz 94 Hieronder zie je drie aanzichten van een camper. Hoeveel centimeter is de breedte van de camper?
A
2,189 cm
B
21,89 cm
C
218,9 cm
D
2189 cm
Slide 10 - Quizvraag
Opgave 51 blz 94 Hieronder zie je drie aanzichten van een camper. Hoeveel meter is de breedte van de camper?
A
2189 m
B
218,9 m
C
21,89 m
D
2,189 m
Slide 11 - Quizvraag
Opgave 54 blz 94 Bekijk de tekeningen van het krukje. Hoeveel millimeter is het krukje hoog?
A
382 mm
B
392 mm
C
400 mm
D
341 mm
Slide 12 - Quizvraag
Opgave 54 blz 94 Bekijk de tekeningen van het krukje. In de tekening kan je de hoogte in mm aflezen. Hoeveel centimeter is dat?
A
400 cm
B
0,4 cm
C
40 cm
D
4 cm
Slide 13 - Quizvraag
Opgave 54 blz 94 Bekijk de tekeningen van het krukje. Hoeveel centimeter is het krukje breed? Schrijf alleen het getal zonder cm erachter hieronder.
Slide 14 - Open vraag
Opgave 54 blz 94 Bekijk de tekeningen van het krukje. Hoeveel latjes komen er op de zitting?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 15 - Quizvraag
Opgave 55 blz 95 Je ziet rechts het bovenaanzicht van een tafel. Op de tafel zie je een wiskundeboek, een etui, een blikje drinken en een pen. Maak deze situatie evt na op je eigen tafel. Welke kijk richting is het plaatje links?
Slide 16 - Open vraag
Opgave 55 blz 95 Je ziet rechts het bovenaanzicht van een tafel. Op de tafel zie je een wiskundeboek, een etui, een blikje drinken en een pen. Kijk naar je eigen tafel met spullen vanuit richting 2. Teken wat je ziet en load het hieronder op.
Slide 17 - Open vraag
Opgave 56 blz 96 De spullen van opgave 55 worden anders neergezet. Hiernaast zie je de nieuwe opstelling van de spullen. Maak dit evt na op je eigen tafel. Teken het bovenaanzicht en load het hieronder op.
Slide 18 - Open vraag
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Slide 19 - Sleepvraag
Opgave 57 blz 97 Bekijk het bouwwerk hiernaast. Teken het vooraanzicht, het rechterzijaanzicht en het bovenaanzicht. Schrijf bij het bovenaanzicht hoeveel kubussen op elkaar staan. Hoeveel kubussen zijn gebruikt voor het bouwwerk?
A
4
B
6
C
5
D
7
Slide 20 - Quizvraag
Opgave 57 blz 97 De hiervoor getekende aanzichten moeten overeenkomen zoals in figuur hiernaast. Klopt dit bij jou?
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quizvraag
Opgave 58 blz 98 Bekijk het bouwwerk hiernaast. Teken het vooraanzicht, het rechterzijaanzicht en het bovenaanzicht. Schrijf bij het bovenaanzicht hoeveel kubussen op elkaar staan. Hoeveel kubussen zijn gebruikt voor het bouwwerk?
A
8
B
6
C
10
D
7
Slide 22 - Quizvraag
Opgave 58 blz 98 De hiervoor getekende aanzichten moeten overeenkomen zoals in figuur hiernaast. Klopt dit bij jou?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
Opgave 59 blz 98 Links zie je het bovenaanzicht van een bouwwerk. De getallen geven aan hoeveel kubussen op elkaar staan. Hoeveel kubussen zijn nodig om het bouwwerk te maken?
A
11
B
13
C
15
D
14
Slide 24 - Quizvraag
Opgave 59 blz 98 Links zie je het bovenaanzicht van een bouwwerk. De getallen geven aan hoeveel kubussen op elkaar staan. Welk aanzicht is hier rechts getekend?
A
Rechteraanzicht
B
Linkeraanzicht
C
Achteraanzicht
D
Vooraanzicht
Slide 25 - Quizvraag
Opgave 59 blz 98 Links zie je het bovenaanzicht van een bouwwerk. De getallen geven aan hoeveel kubussen op elkaar staan. Teken het rechterzijaanzicht en neem hem mee naar de les. Ziet deze er hetzelfde uit als hiernaast?
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quizvraag
Opgave 60 blz 98 Hiernaast zie je de bovenaanzicht. Hoeveel kubussen zijn gebruikt voor dit bouwwerk?
A
10
B
12
C
14
D
13
Slide 27 - Quizvraag
Opgave 60 blz 98 Hiernaast zie je de bovenaanzicht. Teken het vooraanzicht en het rechterzijaanzicht. Maak een foto en load deze hieronder op.
Slide 28 - Open vraag
Opgave 60 blz 98 Hiernaast zie je het bovenaanzicht. In de vraag hiervoor heb je het vooraanzicht en het rechterzijaanzicht getekend. Komt deze overeen met het figuur hiernaast?
A
Ja
B
Nee
Slide 29 - Quizvraag
Opgave 62 blz 99
Rechts zie je een tekening van een werkstuk. Ook zijn zes aanzichten getekend. Elk aanzicht heeft een nummer. Vul het juiste nummer in de tabel in.
1
2
4
5
6
Slide 30 - Sleepvraag
Opgave 63 blz 99 Zie het figuur hiernaast. Welke aanzichten zijn getekend?
A
Linker en onder
B
Rechter en boven
C
Voor en achter
D
Recht en linker
Slide 31 - Quizvraag
Opgave 63 blz 99
Zie het figuur hiernaast.
Vul de tabel in. Een cijfer is evt dubbel te slepen.
4
2
1
5
3
3,5
Slide 32 - Sleepvraag
Opgave 63 blz 99 Zie het figuur hiernaast. Hiervoor is de tabel ingevuld met maten. Teken het vooraanzicht en zet de maten erbij. Load een foto hiervan op.
Slide 33 - Open vraag
Opgave 63 blz 99 In de vraag hiervoor heb je het vooraanzicht getekend. Hiernaast zie je het vooraanzicht. Komt het door jou getekende aanzicht overeen met het figuur hiernaast?
A
Ja
B
Nee
Slide 34 - Quizvraag
Opgave 64 blz 99 Hiernaast zie je het bovenaanzicht van een bouwwerk met kubussen. Er is in het bouwwerk één stapel van vier kubussen. Jeroen haalt van die stapel één kubus weg. Verandert het vooraanzicht?
A
Ja
B
Nee
Slide 35 - Quizvraag
Opgave 64 blz 99 Hiernaast zie je het bovenaanzicht van een bouwwerk met kubussen. Er is in het bouwwerk één stapel van vier kubussen. Jeroen haalt van die stapel één kubus weg. Verandert het rechteraanzicht?
A
Ja
B
Nee
Slide 36 - Quizvraag
Opgave 65 blz 99 Jeroen zet het weggehaalde blokje weer terug. Hiernaast zie je het volledige bovenaanzicht van het bouwwerk. Je kunt een aantal blokjes weghalen zonder dat het vooraanzicht en het rechteraanzicht veranderen. Hoeveel blokjes kun je op die manier maximaal weghalen zonder deze twee aanzichten te veranderen?