Esdal plusuur klas 1: Gericht en precies luisteren

 luisteren
In deze les leer je:
het verschil tussen gericht en precies luisteren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
PlusuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 luisteren
In deze les leer je:
het verschil tussen gericht en precies luisteren

Slide 1 - Tekstslide

2 manieren om te luisteren:
Gericht luisteren & Precies luisteren

Slide 2 - Tekstslide

Ik noem je naam en daarna een dier en een nummer
Onthoud het dier en nummer!

Slide 3 - Tekstslide

  1. Bart- jachtluipaard- 298
  2. Hylke- cheeta- 245
  3. Roos- hornbill- 567
  4. Marissa- gazelle-964
  5. Sylvian- blauwe gnoe-429
  6. Benjamin- impala-837
  7. Bas-velvet aapje- 652
  8. Romy- zwarte schorpioen- 610
  9. Ilanique- kleine flamingo-962
  10. Evelien- blauwe ijsvogel=867
  11. Remon- parelhoen-456
  12. Faufé - glansspreeuw-165
  13. Levy - elandantilope-826
  14. Selina- kaapse springhaas-318
  15. Jasper-grote rietbok-228

Slide 4 - Tekstslide

Wie weet zijn dier nog?
Vingers!

Slide 5 - Tekstslide

Gericht luisteren:
Luisteren tot je de informatie hoort die je nodig hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Precies luisteren:
Woord voor woord naar alle informatie luisteren.

Slide 7 - Tekstslide

Gericht luisteren
Je wacht tijdens het luisteren op informatie die je nodig hebt.

Uitproberen!

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf op:
1. Hoeveel mensen spelen minecraft?
2. Wat betekent minecraft?
3. Wat houdt obsidiaan tegen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoeveel mensen spelen Minecraft?

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent Minecraft?

Slide 12 - Open vraag

Wat houdt obsidiaan tegen?

Slide 13 - Open vraag

Precies luisteren
Woord voor woord naar alle informatie luisteren.

  • Concentreer je op wat iemand zegt.
  • Noteer belangrijke dingen om te onthouden.
  • Stel een vraag als je iets niet goed hebt gehoord of begrepen.

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf op:
Alle stappen die nodig zijn om een kitkattaart te maken.

Begin iedere stap op een nieuwe regel.
Tip: schrijf in steekwoorden.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat komt direct na het toevoegen van de eieren?
A
het smelten van de chocolade
B
de chocolade in het beslag spatelen
C
het bakken van de taart in de oven
D
bakmeel toevoegen aan het beslag

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel stappen?
  1. Vergelijk het aantal stappen met je buurman of buurvrouw.
  2. Vergelijk na 2 minuten het aantal stappen met je voor/achter buren.
timer
2:00

Slide 18 - Tekstslide

Aantal stappen
1. oven voorverwarmen, springvorm bekleden, randen invetten
2. pan met water koken
3. chocolade hakken
4. chocolade in de kom smelten
5. dit 5 minuten laten afkoelen
6. kloppen van boter enz. tot luchtige massa
7. 3 eieren erdoorheen kloppen

Slide 19 - Tekstslide

8. chocolade door het beslag spatelen
9. bakmeel zeven en erdoor spatelen
10. beslag in de taartvorm doen en in de oven bakken
11. controleren op gaarheid
12. taart laten afkoelen
13. bakvorm verwijderen en de taart door de helft snijden
14. bestrijken met chocolademousse

Slide 20 - Tekstslide

15 de andere helft van de taart bestrijken met mousse
16 kitkat rond de taart
17 bestrooi de bovenkant met M&M's

Slide 21 - Tekstslide

Welk dier/nummer had jij?

Slide 22 - Woordweb

  1. Bart- jachtluipaard- 298
  2. Hylke- cheeta- 245
  3. Roos- hornbill- 567
  4. Marissa- gazelle-964
  5. Sylvian- blauwe gnoe-429
  6. Benjamin- impala-837
  7. Bas-velvet aapje- 652
  8. Romy- zwarte schorpioen- 610
  9. Ilanique- kleine flamingo-962
  10. Evelien- blauwe ijsvogel=867
  11. Remon- parelhoen-456
  12. Faufé - glansspreeuw-165
  13. Levy - elandantilope-826
  14. Selina- kaapse springhaas-318
  15. Jasper-grote rietbok-228

Slide 23 - Tekstslide

gericht / precies luisteren
gericht = wat je nodig hebt
precies = alle informatie onthouden

Slide 24 - Tekstslide