Semaine 49

Bonjour tout le monde!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!

Slide 1 - Tekstslide

LE TRAVAIL DE LA SEMAINE
- Faire et corriger: 27-32                               
- Apprendre: vocabulaire F, H
- Réviser: grammaire C, nombre 1-70
- S'entraîner: en ligne (slim stampen)! 




Slide 2 - Tekstslide

MARDI 3 DECEMBRE
Overhoring: ABE
Corriger: t/m 26
Uitleg: gramm H/bezittelijk voornaamwoord
Prononciation: voca F
Devoirs: 
faire ex 27 (en nakijken t/m 26 indien nog niet gebeurd)
apprendre voca F

Slide 3 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord
Lesdoelen:
  • Ik ken de bezittelijk voornaamwoorden in het Frans
  • Ik kan de bezittelijk voornaamwoorden op de juiste manier toepassen

Slide 4 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 

Geef in het Nederlands een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord. 

Slide 5 - Tekstslide

Le pronom possessif

Het bezittelijk voornaamwoord

C'est mon lit.            = Het is mijn bed.

Voilà ma chambre. = Hier is mijn                                          slaapkamer.

Slide 6 - Tekstslide

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Le lit           C'est mon lit.


La chambre          Voilà ma chambre.


Les parents          J'adore mes parents.

Slide 7 - Tekstslide

Bij welk woord hoort 'mes'?
Je fais mes devoirs.
A
Je
B
fais
C
devoirs

Slide 8 - Quizvraag

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre. (v)
A
mon
B
ma
C
ta
D
sa

Slide 10 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (onze) parents.
A
ses
B
tes
C
nos
D
vos

Slide 11 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
George est ... (haar) cousin (m).
A
son
B
sa
C
ta
D
ton

Slide 12 - Quizvraag

Let op!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk e vrouwelijk is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.


Slide 13 - Tekstslide

(Zijn) amie est belle.
A
sa
B
son
C
ton
D
ta

Slide 14 - Quizvraag

Questions ??????

Slide 15 - Tekstslide

PARLER
Kun je het nog steeds?
  • vertellen hoeveel broers of zussen je hebt
  • vertellen hoe ze heten/zeggen hoe oud ze zijn
  • zeggen hoe ze zijn
  • zeggen wanneer je zelf jarig bent en hoe oud je wordt
  • zeggen wanneer je familieleden jarig zijn
  • en kun je nog tellen tot 70?

Slide 16 - Tekstslide

MERCREDI (cours 2)
  • Parler français: parler des anniversaires, des nombres et de la famille
  • Herhalen grammaire H
  • Voca F: 10 minutes (apprendre en silence)
  • Devoirs:
    -faire ex t/m 30
    -apprendre voca F, gramm H
  • T/m 30 af? Ga dan slim stampen voca F of gramm H

Slide 17 - Tekstslide

Jeudi (cours 3)
  • Un tour de la classe: voca F. gramm H
  • Parler français (ex 28 par exemple)
  • Ex 30 samen nakijken
  • Faire ex t/m 32
  • Apprendre voca F, gramm H
  • Bon week-end!

Slide 18 - Tekstslide

LA FIN
MERCI POUR VOTRE ATTENTION!
Qu'est-ce que tu as appris?
(ZIJN ER TIPS EN/OF TOPS?)




Slide 19 - Tekstslide