Energie

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kennen en kunnen
  • Wat is energie
  • Wat is chemische energie
  • Wat zijn de fosiele brandstoffen
  • Wat is een energiestroomschema

Slide 2 - Tekstslide

Welke apparaten gebruiken een brandstof als energiebron

Slide 3 - Woordweb

Welke apparaten gebruiken elektriciteit als energiebron

Slide 4 - Woordweb

Welke vormen van energiewinnen ken je

Slide 5 - Woordweb

Energie

Energie is nodig om iets te maken of iets voor elkaar te krijgen.

In de NATUURKUNDE geven we de energie aan met de hoofdletter E.


De eenheid van energie is de Joule (J), dus achter ieder getal zet je de hoofdletter J.


Slide 6 - Tekstslide

Energie

Wij gebruiken heel veel energie, om ons leven zo makkelijk mogelijk te maken. Denk aan de elektrische energie voor je mobieltje, de warmte voor je douche, en de bewegingsenergie om de auto te laten rijden.



Slide 7 - Tekstslide

Chemische energie

De meeste energie krijgen we van het verbranden van brandstoffen.

De warmte die hierbij vrij komt wordt op drie manieren gebruikt:

  1. Verwarmen (gebouwen, water, eten, ...)
  2. Bewegen (auto's, vliegtuigen, schepen, ...)
  3. Opwekken van elektrische energie (elektriciteitscentrales, agregaat)


Het verbranden van een brandstof is een chemische reactie, daarom noemen we deze energie Chemische energie.

Slide 8 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen

De brandstoffen die wij het meeste gebruiken zijn de brandstoffen die miljoenen jaren geleden in de aarde ontstaan zijn.

Omdat de brandstoffen (net als een fossiel van een plant of een dier) van planten en dieren gemaakt zijn noemen we deze brandstoffen fossiele brandstoffen.

Slide 9 - Tekstslide

Er bestaan vier verschillende fossiele brandstoffen.
Welke vier zijn dat?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Fossiele brandstoffen

De vier fossiele brandstoffen zijn:

  1. aardolie
  2. aardgas
  3. steenkool
  4. bruinkool

Slide 12 - Tekstslide

De verbranding.

Bij de verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan ook gassen die niet goed voor het milieu zijn.

De schadelijke gevolgen zijn:

  1. het broeikaseffect
  2. de zure regen
  3. afvalwarmte in het milieu



Slide 13 - Tekstslide

De afvalwarmte die ontstaat bij het maken van elektrische stroom kun je ook weer opnieuw gebruiken.
Bedenk een manier hoe we deze warmte kunnen hergebruiken.

Slide 14 - Open vraag

Opwekken van elektrische stroom

Bij het opwekken van elektrische stroom zijn 2 dingen nodig.

  1. een spoel, dit is een stroomdraad (koperdraad) die om een kern gewikkeld zit, net als een klosje garen.
  2. een bewegende magneet in de spoel.


De energiecentrale doet moeite om deze magneet te laten bewegen. De beweging is het ronddraaien van de magneet in de spoel



Slide 15 - Tekstslide

Wat ga je doen!

Open op de volgende dia de website.

Je ziet een spoel, een lampje, een stroommeter en een magneet.


Beweeg de magneet door de spoel en bekijk wat je ziet.

Houd de magneet voor de spoel en verwissel de richting van de magneet (zie knop met pijl).


Herhaal dit met twee spoelen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Noteer wat er gebeurt als de magneet door de spoel bewogen wordt.

Slide 18 - Open vraag

Noteer wat er gebeurt als de magneet voor de spoel gedraaid wordt.

Slide 19 - Open vraag

Noteer wat het verschil is bij de twee verschillende spoelen als je de magneet er voor laat draaien.

Slide 20 - Open vraag

Wat ga je doen!

Open op de volgende dia de website.

Je ziet een spoel, een lampje, een kraan en een magneet op een molentje.


Zet de kraan aan en kijk wat er gebeurt met het lampje

Maak de spoel groter en kleiner (loops)



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Wat gebeurt er als je de kraan open zet met de magneet?

Slide 23 - Open vraag

Wat gebeurt er als je de kraan open zet met het lampje?
Verklaar je antwoord

Slide 24 - Open vraag

Wat heb je nodig om elektrische stroom op te wekken?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Video

Een energiestroom schema

Een apparaat dat energie gebruikt zet de energie om naar een bruikbare vorm van energie.

Hiervan kunnen we een schema maken.

Dit schema noemen we een energiestroomschema.

Hoe je dit maakt kun je zien in de volgende film.


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Huiswerk

Ga de vragen maken van paragraaf 3.1

Bekijk alle filmpjes uit deze lesson-up

Bekijk de samenvatting op de studiewijzer.

(Inclusief kennen en kunnenlijst)


Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video