Drama, conflicten

Lesdoel 
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen in groepjes van 3 een toneelstuk opvoeren van minimaal 2 minuten waarbij ze 1 begrip terug laten komen en de 3 W’s (wie, wat, waar) toepassen. De leerlingen kunnen kiezen tussen 4 begrippen: Compromis, Win-win situatie, Je zin doordrijven en onderhandelen. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel 
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen in groepjes van 3 een toneelstuk opvoeren van minimaal 2 minuten waarbij ze 1 begrip terug laten komen en de 3 W’s (wie, wat, waar) toepassen. De leerlingen kunnen kiezen tussen 4 begrippen: Compromis, Win-win situatie, Je zin doordrijven en onderhandelen. 

Slide 1 - Tekstslide

Een conflict is...
A
op dezelfde manier denken.
B
een meningsverschil.
C
onenigheid
D
een goed lopend gesprek.

Slide 2 - Quizvraag

Een compromis is...

Slide 3 - Open vraag

Een compromis is... 
is als twee of meer partijen die het ergens niet over eens zijn, elk wat toegeven om toch tot overeenstemming te komen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een win-win situatie?

Slide 5 - Open vraag

Een win-win situatie betekent...
dat beide partijen voordeel halen uit een bepaalde situatie. 
Bijvoorbeeld: 
Kilian koopt een telefoon. De werknemer waarbij Kilian een telefoon koopt, geeft aan dat hij een abonnement erbij kan geven met 10% korting. 
Winst voor Kilian = 
Winst voor de werknemer = 
 

Slide 6 - Tekstslide

Je zin doordrijven is...

Slide 7 - Open vraag

Onderhandelen is...

Slide 8 - Open vraag

Wie, wat, waar
Wie: Wie zijn de personages in de scène? Welke rollen worden gespeeld? Gaat het om een oma en kleinkind, twee agenten of een piraat en een papegaai?

Waar: Waar speelt de scène zich af? Wat is de locatie van de scène? Op de Zuidpool, in een zwembad of de bibliotheek?
Wat: Wat zijn de personages aan het doen? Wat is hun handeling? Zijn ze aan het touwtje springen, winkelen of zeilen?


Slide 9 - Tekstslide

Wat gaan jullie straks doen? 
- Jullie gaan in tweetallen een toneelstukje opvoeren. Kort maar krachtig van minimaal 2 minuten. Kies nu een tweetal uit en ga als tweetal bij elkaar zitten. 
-  1 van de 4 begrippen (Compromis, je zin doordrijven, onderhandelen en win-win situatie) kiezen als thema.
-  In grote lijnen schrijven jullie op waar jullie toneelstuk over zal gaan. Laten zien aan mij als leerkracht. 
- In tweetallen het toneelstuk gaan voorbereiden door te gaan oefenen. Hierbij staat zoals eerder gezegd, 1 begrip centraal en komen de drie W’s (wie, wat, waar) terug. 

 

Slide 10 - Tekstslide