De generatoren van de elektriciteitscentrale leveren wisselspanning.
Deze spanning kan je makkelijk verhogen of verlagen → transformeren.
Bij een centrale wordt de spanning tot 400kV omhoog getransformeerd.
In het dorp en in de wijk wordt deze omlaag getransformeerd tot 230V. *
Dit is de netspanning.
f=50Hz
Slide 6 - Tekstslide
Effectieve netspanning van 230V
Slide 7 - Tekstslide
Een adapter zet wisselspanning om naar gelijkspanning. Symbolen kennen!
Slide 8 - Tekstslide
Een adapter
Zet hoge spanning om naar lage (en veilige) spanning. *
Bevat een gelijkrichter en zet wisselspanning om naar gelijkspanning.
Slide 9 - Tekstslide
Wisselspanning
Gelijkspanning
Slide 10 - Tekstslide
De transformator
Bestaat uit 2 spoelen en een week-ijzeren kern.
Tekening transformator.
Slide 11 - Tekstslide
Omhoog transformeren
spoel met laag aantal windingen
60 windingen
spoel met hoog aantal windingen
600 windingen
10x meer windingen
120V → 1200V
Slide 12 - Tekstslide
Omlaag transformeren
spoel met hoog aantal windingen
600 windingen
spoel met laag aantal windingen
6 windingen
100x minder windingen
120V → 1,2V
Slide 13 - Tekstslide
Verband tussen aantal windingen en de spanning
aantal windingen primair →
aantal windingen secundair →
primaire spanning (V) →
secundaire spanning (V) →
nsnp=UsUp
np
ns
Up
Us
Slide 14 - Tekstslide
De transformator heeft een primaire spoel met 600 windingen en een secundaire spoel met 12.000 windingen. De primaire spoel is aangesloten op het lichtnet (230 V).
Bereken de secundaire spanning.
Gegevens
Gevraagd
Oplossing
Conclusie:
nsnp=UsUp
Slide 15 - Tekstslide
Het rendement van een transformator
Rendement %.
Verlies aan warmte en aan trillingen.
Voor de berekeningen gaan we uit van 100%. *
Daarom is het primaire vermogen = secundaire vermogen.
≈99
Pp=Ps
Up⋅Ip=Us⋅Is
Slide 16 - Tekstslide
Een pizzabezorger drukt op de deurbel van een bezorgadres. Door de bel loopt dan een stroom van 1,5 A bij een spanning van 9,2 V. De spanning van 9,2 V wordt geleverd door een transformator die aan de primaire kant is aangesloten op het lichtnet (230 V).
Bereken de stroomsterkte door de primaire spoel. Ga ervan uit dat de transformator ideaal is.
Gegevens
Gevraagd
Oplossing
Conclusie:
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoelen check 4K
Slide 18 - Tekstslide
Leerdoelen check 4GT
Slide 19 - Tekstslide
Lezen en maken met potlood
4K → blz 21 - 35
4GT → blz 217 - 231
Slide 20 - Tekstslide
Serie- en parallelschakeling
§3
Slide 21 - Tekstslide
Leerdoelen 4K
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen 4GT
Slide 23 - Tekstslide
Serie en parallel?
Serieschakeling → 1 stroomkring.
Parallelschakeling → meerdere stroomkringen.
Voordelen parallelschakeling: alle onderdelen krijgen dezelfde spanning, onderdelen apart in- en uitschakelen. *
Schakelaars staan steeds in serie → stroomkring onderbreken.
Slide 24 - Tekstslide
Serieschakeling
Parallelschakeling
Slide 25 - Tekstslide
Serieschakeling
Spanning wordt verdeelt over de componenten →
Stroomsterkte overal even groot → *
De weerstanden van de componenten moeten opgeteld worden. Deze kan je vervangen door 1 weerstand → vervanginsweerstand.
Rv=R1+R2+R3
I
U1
U2
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Twee weerstanden, de een van 5 Ω, de ander van 10 Ω, zijn in serie geschakeld. De bronspanning is 12 V. Bereken hoe groot de spanning is over beide weerstanden.