Zenuwstelsel anatomie en fysiologie

De hersenen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De hersenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke deel van een neuron geleidt impulsen van het cel lichaam af?
A
het celmembraam
B
myelineschede
C
dendriet
D
axon

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kleine hersenen plannen en coördineren bewegingen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt er onder het centrale zenuwstelsel?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Autonome zenuwstelsel stuurt onwillekeurige spieren aan zoals?
A
gladspierweefsel en hartspierweefsel
B
spier in de kuit
C
spier in je borst

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke volgorde kom je je hersenvliezen tegen van buiten naar binnen?
A
zacht hersenvlies - hard hersenvlies - spinnenwebvlies
B
Spinnenwebvlies - hard hersenvlies
C
Spinnenwebvlies - hard hersenvlies - zacht hersenvlies
D
Hard hersenvlies - spinnenwebvlies - zacht hersenvlies

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen het animale en autonome zenuwstelsel?
A
Er is geen verschil tussen het autonome en animale zenuwstelsel
B
Het animale zenuwstelsel regelt de acties waar jij je onbewust van bent. Het autonome zenuwstelsel regelt de acties waar jij bewust van bent.
C
Het animale zenuwstelsel regelt de acties waar jij je bewust van bent. Het autonome zenuwstelsel regelt de acties waar jij je niet bewust van bent.
D
Het autonome zenuwstelsel en het animale zenuwstelsel regelen beide acties waar jij je onbewust van bent.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type zenuwcel zorgt ervoor dat spieren aangestuurd worden?
A
Bewegingszenuwcel (motorisch)
B
Gevoelszenuwcel (sensorisch)

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor functie heeft het hersenvocht?

A
vervoer van stoffen
B
alle genoemde antwoorden
C
schokdemping
D
vasthouden van de juiste temperatuur

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motorische schorsgebieden

Schorsgebieden die een functie hebben bij de motoriek van het lichaam.


Ze worden verdeeld in:

- primaire motorische schors

- secundaire motorische schors

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is het verschil tussen primair en secundair?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Primair motorische schors

In dit gebied worden de skeletspieren aangestuurd.

De animale motoriek.


De rechter hersenhelft stuurt de linker lichaamshelft en andersom.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire motorische schors

Ligt voor de primaire motorische schors.

Actief bij ingewikkelde en aangeleerde bewegingen.

Geeft instructie aan de primaire motorische schors voor de bewegingen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je spierbewegingen worden aangestuurd door...
A
primaire motorische schors
B
de hypofyse
C
primaire sensorische schors
D
secundaire sensorische schors

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke richting loopt de impuls in een motorische zenuwcel?
A
Van de motorische schors in de hersenen, via de hersenstam naar het doelorgaan
B
Van de spieren in het lichaam, via het ruggenmerg naar de grote hersenen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spraakcentrum van Broca ligt in de secundaire motorische schors.

Zorgt voor de juiste besturing van spieren die nodig zijn om te spreken.

Het bevindt zich maar in 1 van de hersenhelften.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sensorische schorsgebieden


Worden verdeeld in:

-Primaire sensorische schors

-Secundaire sensorische schors

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire sensorische schors

Ontvangt informatie uit de zintuigen van het lichaam.

Hier komt alle informatie uit de huid aan.

Het gaat om gevoelens van pijn, warmte, koude, aanraking, druk en trillingen.

Ook de gewaarwording van spierbewegingen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire sensorische schors
Hiermee interpreteer je de nieuwe sensorische informatie en associeer je deze met eerdere gewaarwordingen uit je geheugen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1: Impulsen vanuit het oog gaan naar de visuele schors
Stelling 2: Deze impulsen worden dus door een sensorische zenuw vervoerd.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling is juist, stelling 2 is onjuist
D
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spraakcentrum van Wernicke:

Speelt een rol bij het kunnen interpreteren, herinneren en begrijpen van het geschreven woord.

Komt maar een 1 kant van de hersenen voor.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke hersenfuncties zijn de gebieden van Broca en Wernicke betrokken?
A
Geheugen
B
Reuk
C
Spraak
D
Zicht

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een zorgvrager een herseninfarct heeft gehad en daarna onsamenhangend spreekt, de taal eigenlijk niet lijkt te begrijpen dan is er een beschadiging in:
A
spraakcentrum van Wernicke
B
spraakcentrum van Broca

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Emoties
Ontstaan in Limbisch Systeem.
Hebben een functie in:
  • Emoties: gekoppeld aan sensorische info (lachen, huilen etc)
  • Motivatie
  • Gedrag
  • Geheugen 
Daarnaast ook koppeling met basis functioneel gedrag (agressie, seksualiteit,  etc)



Koppelt emotionele ervaringen aan lichamelijke functies; bv. versnellen hartslag bij een soortgelijke situatie.

Limbisch systeem ook gekoppeld aan hersenschors--> fysieke response.

Referentie
Plaatje afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 49

Slide 26 - Tekstslide

Limbus = grens; centra van het limbisch systeem grenzen aan de hersenstam.

Koppelt emotionele ervaringen (amygdala in limbisch systeem) aan lichamelijke functies; bv. versnellen hartslag bij een soortgelijke situatie. 

Limbisch systeem ook gekoppeld aan hersenschors--> fysieke response.

Referentie:
Plaatje afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 49
Maak de zin af.. 'Het limbisch systeem is betrokken bij:
A
emotie, spraak en zang
B
emotie, motivatie en plezier
C
Grammatica, spraak en zang
D
Waarneming, sociale vaardigheden en impulsbeheersing

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies