Druk
1 / 50
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke factoren beïnvloeden de voetafdruk volgens jou?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wie heeft gelijk?
A
De fakir verdeelt zijn gewicht over de spijkers
B
Dankzij meditatie voelt de fakir de pijn veroorzaakt door de spijkers niet
C
De fakir spant zijn spieren op en verkleint zo zijn gewicht
D
Geen van de drie
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Hoe groter de kracht,
hoe groter de vervorming
hoe kleiner de vervorming
Slide 10 - Poll
Hoe groter het contactoppervlak,
hoe groter de vervorming
hoe kleiner de vervorming
Slide 11 - Poll
Slide 12 - Tekstslide
Verklaar waarom een fakir op een spijkerbed kan liggen.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Is druk een scalaire of een vectoriële grootheid?
scalair
vectorieel
Slide 17 - Poll
Welke eenheid van druk kan je afleiden uit de formule?
p=AF
A
mN
B
m2N
C
Nm
D
Nm2
Slide 18 - Quizvraag
Vorm de formule om zodat je de kracht kunt berekenen als je de druk en het contactoppervlak kent.
p=AF
A
F=Ap
B
F=pA
C
F=p.A
D
Geen van de drie
Slide 19 - Quizvraag
Vorm de formule om zodat je het contactoppervlak kunt berekenen als je de druk en de kracht kent.
p=AF
A
A=Fp
B
A=pF
C
A=p.F
D
Geen van de drie
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Wie veroorzaakt de grootste druk?
Dame op naaldhakken
Olifant op vier poten
Slide 22 - Poll
Opp. 4 poten
massa olifant
Opp. 2 hakken
massa dame
Slide 23 - Sleepvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Waarom heeft een spijker een scherpe punt?
A
Je moet een grote kracht uitoefenen om een kleine druk te bekomen
B
Je moet een grote kracht uitoefenen om een grote druk te bekomen
C
Je veroorzaakt met een kleine kracht een grote druk
D
Je veroorzaakt met een kleine kracht een kleine druk
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Je verplaatst een stoel van het terras naar het gras. Welke uitspraak is correct?
A
De druk van de stoel is in beide situaties even groot
B
De druk van de stoel is groter op het gras
C
De druk van de stoel is kleiner op het gras
D
De stoel oefent geen druk uit op het terras
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Trekkersrugzakken hebben brede riemen. Verklaar.
Slide 39 - Open vraag
Slide 40 - Tekstslide
Upload een foto van je oefening.
Slide 41 - Open vraag
Slide 42 - Tekstslide
Wat is de fout gebruikte eenheid op de vorige slide?
A
Lengte
B
Breedte
C
Dikte
D
Gewicht
Slide 43 - Quizvraag
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
Welke grafieklijn stelt de druk in functie van het oppervlak voor?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 47 - Quizvraag
Hoe groot is de massa?
A
5 g
B
50 g
C
500 g
D
5 kg
Slide 48 - Quizvraag
druk
Slide 49 - Woordweb
Hoe vond je deze les met LessonUp?
😒🙁😐🙂😃
