Past perfect & past simple

Welcome

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

What's the plan?

- uitleg; past perfect 
- Oefenen



Slide 2 - Tekstslide

Goals
- Ik weet hoe ik de past perfect moet maken.

- Ik weet wanneer ik de past perfect moet gebruiken.
 

Slide 3 - Tekstslide

Past Perfect

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je over de
past perfect?


Slide 5 - Woordweb

Hoe maak je de past perfect?
past perfect = had + 3e vorm (voltooid deelwoord)

Slide 6 - Tekstslide

PAST PERFECT
  • The past perfect gebeurt voor een andere gebeurtenis in de verleden tijd



  • had + ww + ed
  • had + derde rijtje

Slide 7 - Tekstslide

Past perfect

Slide 8 - Tekstslide

Past Simple       v       Past Perfect

Slide 9 - Tekstslide

Past perfect
Signaalwoorden:

after
before
when
as soon as

Slide 10 - Tekstslide

Adding the Present Perfect and Past Simple (signaalwoorden)
Past Perfect
Past Simple
Signaalwoorden
after, before,
as soon as, 
when
yesterday, last week, last evening, four days ago, in 2005
alles dat duidelijk het verleden aanduidt.

Slide 11 - Tekstslide

Past Perfect
Signaalwoorden:
Before
After

Let op
After: 1ste tijd = past perfect, 2e tijd past simple
Before: 1ste tijd past simple, 2e tijd is past perfect

Slide 12 - Tekstslide

Let's practise.
Quiz time!

Slide 13 - Tekstslide


De past perfect maak je met:
A
had + 2e rijtje of -ed
B
did + 2e rijtje of -ed
C
had + 3e rijtje of -ed
D
did + 3 rijtje of -ed

Slide 14 - Quizvraag

Fill in the Past Perfect:
When I _______ (walk) in, the meeting _________(already, start).

Slide 15 - Open vraag

Fill in the Past Perfect/ Past Simple:
The plane ________ (left)by the time I _______ (get) to the airport.

Slide 16 - Open vraag

Fill in the Past Perfect:
After he ______ (pass) his exam,
he threw a party.

Slide 17 - Open vraag

Fill in the Past Perfect/ Past Simple:
After she______ (pass) her test, she ______ (throw) a party.

Slide 18 - Open vraag

Fill in the Past Perfect:
He was excited because he ____ (never,do) anything like this.

Slide 19 - Open vraag

Fill in the Past Perfect:
He was shocked because he ____ never ____ (see) anything like this.

Slide 20 - Open vraag

Hoe maak je de past perfect?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide