H3.1 Een indeling van stoffen

H3.1 Een indeling van stoffen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3.1 Een indeling van stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen: je kunt na deze paragraaf
• Duidelijk maken of en in welke fase een stof stroom geleidt en hoe je dat kunt meten.
• Aan de hand van de formule van een stof aangeven of een stof een moleculaire stof, een zout of een metaal is.

Slide 3 - Tekstslide

Stil lezen
10 Min Stil lezen H3.1 en/of opdrachten maken



Maken Les 1: is vervallen
Maken Les 2: 3, 4, 6, 7 of 8, 9 + demo
Maken Les 3:  11, 13, 15, 19 of 20, 21 of 22, 23

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Instructie
Les 2: 
  • Indeling van stoffen op basis van geleidbaarheid.

Les 3 (H3.2):
  • Metalen => Metaalrooster
  • Zouten => Kristalrooster
  • Reactie tussen metaal en niet-metaal (ontstaan zout)

Slide 5 - Tekstslide

Indeling op basis van geleidbaarheid (meten = macroniveau)
Definitie:
Een stof geleidt elektrische stroom als tegelijkertijd aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan:
  • De stof moet bestaan uit geladen deeltjes (microniveau).
  • De geladen deeltjes moeten vrij kunnen bewegen (microniveau).

Slide 6 - Tekstslide

Fe
Cu
Zn
NaCl
KNO3
CuSO4
H2O
C12H22O11
C18H36O2

Slide 7 - Tekstslide

Geleiden van elektrische stroom als:
- er moeten geladen deeltjes zijn EN
- deze geladen deeltjes moeten vrij kunnen bewegen
Moleculaire stoffen
Ongeladen deeltjes, dus GEEN geleiding
Zouten
Geladen deeltjes (ionen), maar bewegen alleen vrij in de vloeibare fase. Dus geleiding alleen in vloeibare fase.
Metalen
Geladen deeltjes (elektronen) en bewegen altijd vrij. 
Dus altijd geleiding.
Bohrmodel
Oplosbaarheid NaCl
Stearinezuur

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig werken + HW 
Lees: H3.1 Een indeling van stoffen
Leer: Dikgedrukte woorden

Maak opdracht:
Les 1: vervallen
Les 2 maken: 3, 4, 6, 7 of 8, 9 + demo
Les 3 maken H3.2: 11, 13, 15, 19 of 20, 21 of 22, 23

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen: je kunt na deze paragraaf
• Duidelijk maken of en in welke fase een stof stroom geleidt en hoe je dat kunt meten.
• Aan de hand van de formule van een stof aangeven of een stof een moleculaire stof, een zout of een metaal is.


Slide 10 - Tekstslide

Wat verwacht je voor de stroomgeleiding van oplossingen van NaCl en CH3COOH?
A
geleiden beide stroom
B
geleiden geen van beide
C
alleen NaCl(aq) geleidt stroom
D
alleen CH3COOH(aq) geleidt stroom

Slide 11 - Quizvraag

Welke deeltjes zorgen voor stroomgeleiding in een zoutoplossing?
A
atomen
B
moleculen
C
ionen
D
elektronen

Slide 12 - Quizvraag

Wat verwacht je voor de stroomgeleiding van oplossingen van HCl en H2SO4?
A
geleiden beide stroom
B
alleen HCl(aq) geleidt stroom
C
geleiden beiden geen stroom
D
alleen H2SO4(aq) geleidt stroom

Slide 13 - Quizvraag

in welke groep hoort demi-water als je kijkt naar de stroomgeleiding?
A
metalen
B
zouten
C
moleculaire stoffen

Slide 14 - Quizvraag

Voor stroomgeleiding zijn geladen deeltjes nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Pekelwater kan elektrische stroom geleiden. Welk soort deeltjes zorgt voor deze stroomgeleiding?
A
Moleculen
B
Atomen
C
Ionen
D
Metalen

Slide 16 - Quizvraag

IJzer kan elektrische stroom geleiden.
Welk soort deeltjes zorgt voor deze stroomgeleiding?
A
atomen
B
ionen
C
vrije ionen
D
vrije elektronen

Slide 17 - Quizvraag


stroomgeleiding is een eigenschap op...
A
microniveau
B
macroniveau

Slide 18 - Quizvraag

Leidingwater kan elektrische stroom geleiden. Welk soort deeltjes zorgt voor deze stroomgeleiding?
A
atomen
B
ionen
C
vrije ionen
D
vrije elektronen

Slide 19 - Quizvraag

Een metaal kan stroomgeleiden
A
in de vaste fase door vrije valentie elektronen
B
in de vaste en vloeibare fase door vrije valentie elektronen
C
bewegende ionen in de vloeibare fase
D
door moleculen in de vaste en vloeibare fase

Slide 20 - Quizvraag

Moleculaire stoffen bestaan uit moleculen.
Waaruit zijn moleculen opgebouwd?
A
Ionen
B
Atomen

Slide 21 - Quizvraag

In welke 3 groepen kun je stoffen indelen op basis van hun elektrisch geleidingsvermogen?
A
Halogenen, Metalen, Zouten
B
Metalen, Niet-metalen, Zouten
C
Niet-metalen, Zouten, Moleculaire stoffen
D
Metalen, Zouten, Moleculaire stoffen

Slide 22 - Quizvraag

Wat voor
soort stof
is dit?
A
Zout
B
Metaal
C
Moleculaire stof

Slide 23 - Quizvraag

Welke stof is een voorbeeld van een element?
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een zout?
A
Een verbinding van een metaal en een niet-metaal
B
een verbinding van twee metalen
C
een verbinding van twee niet-metalen

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet een mengsel tussen twee metalen
A
moleculaire stof
B
ionaire stof
C
atomaire stof
D
legering

Slide 26 - Quizvraag

wat is het grootste voordeel van een legering?
A
goedkoper
B
sterker
C
makkelijker te bewerken
D
duurder

Slide 27 - Quizvraag

Heb je wat aan deze les gehad?
A
B

Slide 28 - Quizvraag

Wat wil je dat de volgende les (nogmaals) wordt uitgelegd?

Slide 29 - Open vraag