EHBO

Wat betekent EHBO?
A
Eerste Hulp Bij Ongevallen
B
Eerste Hulp Bij Ongelukken
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
Zorg en WelzijnBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wat betekent EHBO?
A
Eerste Hulp Bij Ongevallen
B
Eerste Hulp Bij Ongelukken

Slide 1 - Quizvraag

Wat doe jij als er iemand op de straat ligt die hulp nodig heeft?

Slide 2 - Open vraag

Is er een verschil tussen een hardinfarct en en hardstilstand?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Hardaanval / Hardinfarct  
Bij een hartinfarct, ook wel hartaanval genoemd, raakt een kransslagader van het hart plotseling verstopt. Een deel van het hart krijgt geen bloed en zuurstof meer. Bij een hartinfarct ben je bij kennis. 
Symptomen: 
Drukkende pijn borst met uitstraling naar kaak-rug
Zweten / braken / misselijkheid
BEL 112 


Slide 4 - Tekstslide

Hardstilstand 
Het hart stopt met kloppen en pompt geen bloed meer rond. Het is in feite een circulatiestilstand. Daardoor krijgen de organen geen bloed en dus ook geen zuurstof meer. Je raakt bewusteloos. De meest voorkomende oorzaak van een hartstilstand is een hartinfarct. 
Signalen: 
Bij een hartstilstand raak je binnen enkele seconden bewusteloos. De normale ademhaling stopt. Wel kan iemand nog naar adem happen, dit is een zware en luidruchtige ademhaling (gasping). 

Slide 5 - Tekstslide

Na hoeveel minuten is de overlevingskans lager bij een hartstilstand?
A
Na 2 minuten
B
Na 5 minuten
C
Na 8 minuten
D
Om de seconde

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de volgorde bij een hardstilstand denken jullie?
A
112 bellen, reanimeren, AED aansluiten
B
Reanimeren, 112 bellen
C
AED aansluiten, 112 bellen
D
Reanimeren, AED aansluiten, 112 bellen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Wat doe je tijdens het reanimeren?
(welke 2 handelingen?)

Slide 9 - Open vraag

Wanneer ga je reanimeren ?
A
Als iemand bewusteloos langs een ladder ligt.
B
Als iemand aangeeft dat hij/zij weinig zuurstof krijgt
C
Als iemand zich verslikt.
D
Als iemand bewusteloos is en geen ademhaling heeft.

Slide 10 - Quizvraag

Zijn er ook momenten wanneer je niet hoeft te reanimeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer hoef jij niet te reanimeren? 
Bij mensen die een ketting of tatoeage hebben waarop duidelijk vermeld staat dat zij niet gereanimeerd willen worden. 

Slide 12 - Tekstslide

Is het strafbaar om iemand te reanimeren die eigenlijk niet gereanimeerd wilt worden?

Slide 13 - Open vraag

Wat doet een AED?
A
Geeft een elektrische schok aan de hersenen, zodat het hard weer gaat kloppen
B
Geeft een elektrische schok aan het hard zodat het hard weer gaat kloppen.
C
Geef door een elektrische schok weer zuurstof aan de hersenen zodat het hard weer gaat kloppen.
D
Ademen - En - Defibrilleren

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Hoe gaan we nu reanimeren ? 
Oefenen in de praktijk nadat wij de laatste stappen hebben doorgenomen ! 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Reanimeren doe je door....
A
15 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
B
15 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen
C
30 keer de borstkast licht in te drukken en 5 keer beademen
D
30 keer de borstkast krachtig in te drukken en 2 keer beademen

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel borstcompressies moet je geven bij het reanimeren?
A
10
B
20
C
30
D
40

Slide 19 - Quizvraag

Oefen nu met stappenplan. 

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel sec. mag er max zitten tussen borstcompressies - beademingen?
A
10 sec
B
20 sec
C
30 sec
D
40 sec

Slide 21 - Quizvraag

wat doe je als een slachtoffer op een gevaarlijke plek zit om te reanimeren?
A
doorgaan met reanimeren
B
slachtoffer naar een veiligere plek brengen
C
je houdt afstand en wacht op de ambulance
D
je vraagt iemand anders

Slide 22 - Quizvraag

Hoe diep moet je de borstkas indrukken tijdens borstcompressies?
A
2-3 cm
B
3-4 cm
C
4-5 cm
D
5-6 cm

Slide 23 - Quizvraag