W4

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

¿Qué vamos a hacer hoy?

Semana 3

• Woordenschat (vocabulario) - 10 min
• Repaso - 20 min
• Oefentoets - 30 min
• Toets inzien - 10 min

Doel: Aan het eind van deze les:

• heb je kunnen oefenen met de stof voor proefwerk 2

PW 2 - semana 5

Thema 2 + leesvaardigheid

In 1 week

Woordenschat Thema 2

Boekje blz 82 t/m 84

Blz 

Repaso (herhaling): Linkje spel

Linkje spel 2

La familia

Repaso

¿Cómo se dice "ouders" en español?
(vertaal ouders)

1. padres
2. padre
3. madre
4. hermanos

¿Cómo se dice "oma" en español?
(vertaal oma)

1. novia
2. tía
3. abuela
4. madre

¿Cómo se dice "broers/zussen" en español?
(vertaal )

1. abuelos
2. amigos
3. hermana
4. hermanos

Kijk naar de stamboom en maak de zinnen hieronder compleet in het Spaans:
Haley es la ... de Alex
(Haley is de (zus/moeder/oma etc) van Alex)

Maak de zinnen hieronder compleet:

Phil es el ... de Alex, Haley y Luke

Maak de zinnen hieronder compleet:

Claire y Phil son los ... de Lily.

Maak de zinnen hieronder compleet:

Jay y Gloria son los ... de Lily.

Maak de zinnen hieronder compleet:

Luke es el ... de Claire y Phil.

Opdracht: sleep de juiste vervoeging van "ser" naar de juiste zin.

Él __ español.

Yo __ holandesa.

Nosotros __ estudiantes.

Tú __ eres inglés.

Vosotros __ holandeses.

Ellos __ españoles.

es

soy

somos

eres

sois

son

10. Sleep de juiste vorm van 'TENER' naar het juiste doel. (20 seg.)

Stacy y Fiene _____ (tener) una casa en la playa

Rick y yo______(tener) dos hermanos

¿Tú________ (TENER) catorce años?

Yo _______ (TENER) un coche muy moderno

Lisa y tú _____(vosotros) de Holanda.

tienen

tenemos

tienes

tengo

teneis

Sleep de woorden bij het juiste lidwood in het Spaans

La

EL

Los

Las

ciudad

hermano

tía

reloj

primo

televisión

fresas

abuelos

Sleep de woorden bij het juiste meervoudsvorm in het Spaans

S

ES

ciudad

hermano

tía

reloj

prima

televisión

madre

abuelo

Vul in: un/una/unos/unas
____amiga

Vul in: un/una/unos/unas
_____hijos.

Vul in: un / una / unos / unas.
Barcelona es ... ciudad española.

Welk realistisch cijfer wil jij gaan halen voor de toets van volgende week?

010

Portátiles cerrados

Oefentoets 

Oefentoets 

1. Luisteropdracht doen we samen

2. Andere opdrachten individueel + stil maken

Klaar?

ser y tener

Lidwoorden

stamboom

Leesvaardigheid

Luistervaardigheid

S.O bespreken

Afspraken

1. je blijft rustig zitten - te druk blijf je in de pauze

2. Heb je vragen kom dan één voor één

3. Voordat je weggaat geef je de toets terug

Cijferberekenen = punten

Blooket

Ga naar: Blooket.com/play

.

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃