Je kunt een formeel gesprek voeren in het Engels (n.a.v. je presentatie)
1. Je kunt een gesprek openen
2. Je kunt een gesprek afsluiten
3. Je kunt antwoorden van je gesprekspartner herhalen/bevestigen of vragen om verduidelijking
4. Formeel taalgebruik (geen 'hey', wanna, gonna etc.)
5. Let op je uitspraak (th, us)