4. Uiterlijke verzorging: Je gebit verzorgen

4. Uiterlijke verzorging: Je gebit verzorgen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4. Uiterlijke verzorging: Je gebit verzorgen

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Je kunt uitleggen waarom mondhygiëne belangrijk is.
  • Je kunt uitleggen hoe het gebit in elkaar zit.
  • Je kunt uitleggen welke producten je gebruikt voor mondhygiëne.
  • Je kunt je gebit op de juiste manier verzorgen.

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
mondhygiëne?

Slide 4 - Woordweb

Mondhygiëne
De verzorging van je gebit noem je mondhygiëne.
Mondhygiëne betekent:
  • houdt je gebit schoon
  • zorg dat je geen gaatjes en tandvleesontstekingen krijgt
  • zorg voor een frisse adem

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Tanden en kiezen

Slide 8 - Tekstslide

Het gebit
  • Het gebit is opgebouwd uit kaken, tanden en kiezen. 
  • De tanden en kiezen zitten met een wortel vast in de kaak. 
  • Om je tanden zit een laagje tandglazuur. Dit beschermt je tanden. 
  • Daaronder zit je tandbeen
  • In het tandbeen zitten bloedvaten en zenuwen. 

Slide 9 - Tekstslide

Uit hoeveel tanden en kiezen bestaat een volwassen gebit?

Slide 10 - Open vraag

Wisselen
Als kind heb je een melkgebit. Dat bestaat uit 20 tanden en kiezen.
Je melktanden wissel je als je ongeveer 6 jaar bent.
Je melkkiezen wissel je wat later.
Je krijgt dan een ‘volwassen gebit’. Dat bestaat uit 32 tanden en kiezen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Je gebit

Slide 13 - Tekstslide

Tanden
Ieder mens heeft een uniek gebit.
De tanden zijn geel of wit.
Ze staan recht of scheef.
Iemand heeft veel of weinig gaatjes.
Je hebt een beugel of niet.

Slide 14 - Tekstslide

De tandarts
Je moet je gebit regelmatig laten controleren door de tandarts.
Ten minste 1 keer per jaar. (Het liefste 2 keer per jaar.)
De tandarts controleert dan of je gaatjes hebt. En of je gebit goed verzorgd is. Heb je een gaatje? Dan kan de tandarts het gaatje vullen.

Slide 15 - Tekstslide

Mondhygiënist 
Is je gebit niet goed schoon? Of heb je tandvleesproblemen?
Dan kan de tandarts je doorverwijzen naar een mondhygiënist.
De mondhygiënist maakt je gebit goed schoon.
En vertelt je hoe je je gebit moet verzorgen.

Slide 16 - Tekstslide

Tandplak
Op je tanden en tussen je tanden zit tandplak. Tandplak is slecht voor je tanden. Daarom is het belangrijk om dit weg te poetsen. Anders krijg je gaatjes of ontstekingen. Ook kan het verkalken en dan krijg je tandsteen.

Slide 17 - Tekstslide

Tandplak
Elke dag ontstaat er een dun laagje aanslag op je tanden. 
Dit laagje noem je tandplak en bestaat uit etensresten, speeksel en bacteriën. 

Bacteriën in tandplak zetten suiker uit voedsel om in zuur. 
Het zuur maakt het glazuur van de tanden kapot. Er ontstaat dan een gaatje .


De bacteriën vormen vooral zuur op de momenten dat je eet, of vlak erna. 

Ook frisdranken bevatten zure stoffen die het glazuur van de tanden aantasten. Ook bevatten de meeste frisdranken veel suiker.

Slide 18 - Tekstslide

tandsteen tandplak
bacterieën maken van suiker zuur

Slide 19 - Tekstslide

     Tanden poetsen
Poets je tanden ten minste 2 keer per dag.
Dit doe je met een tandenborstel en tandpasta.
Zorg dat je al je tanden en kiezen aan alle kanten goed poetst.
Dus ook de binnenkant van je tanden en kiezen.
En de kiezen helemaal achterin.
Met een gewone tandenborstel is het lastig om overal goed bij te komen.
Poetsen met een elektrische tandenborstel is makkelijker. En je poetst grondiger.

Slide 20 - Tekstslide

Tanden poetsen = tandplak verwijderen
  • Elke dag 2 keer minstens 2 minuten
  •  Tandpasta met fluoride                                                                                         Fluoride: beschermt je tanden door het glazuur sterker te maken 
  • zachte borstel en niet te hard en te vaak
  • vaste volgorde
  • niet grondig spoelen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Beugel
Heb je een beugel? Dan is tandenpoetsen nog lastiger.
Je moet dan boven je slotjes langs poetsen. En eronder langs.
En je moet de binnenkant van je tanden en kiezen poetsen.
Dit kost veel tijd.

Ook met een beugel kun je tandenpoetsen met een elektrische tandenborstel.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Stoken en flossen
Poetsen alleen is niet genoeg.
Je moet ook de ruimte tussen je tanden schoonhouden.
Door te stoken en te flossen.
Hierdoor krijg je minder snel gaatjes tussen je tanden.
En je adem ruikt frisser.

Slide 25 - Tekstslide

Mondverzorgingsproducten
Tandpasta
Er zijn veel verschillende soorten tandpasta.
Bijvoorbeeld speciaal voor gevoelige tanden.
Of voor extra witte tanden.
Ragertjes
Dit zijn hele kleine borsteltjes waarmee je tussen je tanden kunt borstelen.
Tandenstokers
Dit zijn kleine stokjes waarmee je de ruimte tussen je tanden kunt schoonmaken.
Flossdraad
Met een flossdraad kun je de ruimte tussen je tanden schoonmaken.
Mondwater
Je kunt je mond spoelen met mondwater.
Dat verwijdert tandplak.
En je krijgt er een frisse smaak van in je mond.

Slide 26 - Tekstslide

Quiz

Slide 27 - Tekstslide

Wat kan er gebeuren als je heel weinig of niet je tanden poetst
A
Vallen mijn tanden eruit
B
Krijg ik gaatjes
C
Heb ik een vieze smaak
D
Ruik ik uit mijn mond

Slide 28 - Quizvraag

Tekst
Deze persoon vult je gaatjes
Deze persoon maakt je gebit schoon 
Dit beschermt je tanden (onderdeel van je tand)
Hiermee kun je voelen
Zenuwen
Tandarts
Mondhygiëniste
Glazuur

Slide 29 - Sleepvraag

Waarin zitten kiezen en tanden vast met een wortel?
A
kaak
B
gebit
C
verstandskiezen
D
mond

Slide 30 - Quizvraag

Hoe oud ben je ongeveer als je begint met je melktanden wisselen?
A
5 jaar
B
7 jaar
C
6 jaar
D
8 jaar

Slide 31 - Quizvraag

Uit hoeveel tanden bestaat je volwassen gebit?
A
38
B
36
C
34
D
32

Slide 32 - Quizvraag

Heb je wel eens gaatjes gehad?
ja
nee

Slide 33 - Poll

Hoe vaak per jaar moet je minimaal naar de tandarts?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 34 - Quizvraag

Hoe heet dat spul wat op en tussen je tanden gaat zitten?
A
Tandplak
B
Tandgruis
C
Tandsteen
D
Etensresten

Slide 35 - Quizvraag

Hoe lang per poetsbeurt moet je poetsen?
A
2 minuten
B
20 seconden
C
3 minuten
D
1 minuut

Slide 36 - Quizvraag

Hoe noem je dat borsteltje waarmee je tussen je tanden kan schoonmaken?
A
Tandenstoker
B
Flossdraad
C
Ragertje
D
Mondwater

Slide 37 - Quizvraag

Waar zorgt mondwater voor?

Slide 38 - Open vraag

Wat is hier aan de hand?

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Wie durft er mee te doen met het volgende proefje?

Slide 41 - Tekstslide

Welke nieuwe dingen heb je
vandaag geleerd?

Slide 42 - Woordweb