4TL Samenvatting hoofdstuk 1

Hfst 1 Organismen uit 4 rijken
Samenvatting
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hfst 1 Organismen uit 4 rijken
Samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1:  Indelen van organismen
Om organismen beter te kunnen begrijpen, hebben biologen alle organismen ingedeeld in groepen. Dit proces heet ordening.
Ordening vindt voornamelijk plaats op basis van celkenmerken. 
De vier hoofdverdelingen noemen we de vier rijken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vier Rijken
Bacteriën        Schimmels       Planten               Dieren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepen
De vier rijken worden vervolgens onderverdeeld in 8 groepen. het is belangrijk dat je deze kent en de kenmerken kan benoemen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewervelden
De groep gewervelden worden ook weer opgedeeld in 5 groepen.
Ook deze moet je kennen met eigenschappen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Determineren
Determineren
organismen herkennen door naar kenmerken te kijken
(engels) Determine = bepalen, vaststellen

Determineren doe je met een determineertabel

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Determineren 
Bepalen van de soortnaam met een 
zoekkaart of determineertabel 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naamgeving
Wetenschappelijke naam. Bedacht door Linnaeus

Wetenschappelijke naam bestaat uit:
Geslachtsnaam - eerste deel met een Hoofdletter
Soortnaam - geeft de soort van het dier aan met een kleine letter

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1.2 Plantenrijk
Plant bestaat uit vier delen:
  1. wortel
  2. stengel
  3. blad
  4. bloem

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantenrijk
Planten cel bestaat:

  1. celwand: bescherming
  2. celmembraan: transport
  3. cytoplasma: stroperige vloeistof
  4. celkern: regelt alles in de cel
  5. bladgroenkorrel: fotosynthese
  6. vacuole: blaasje, stevigheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stevigheid Planten
Kruidachtigen (geen stam zoals bomen):
Zuigen vacuole vol met water,
vacuole druk tegen de celwand, geeft stevigheid (denk aan een fietsband met lucht).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H 1.3  Opbouw dier
  • organisme
  • orgaanstelsel
  • orgaan
  • weefsel
  • cel

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw dierlijke cel
  • celmembraan
  • cytoplasma
  • celkern

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken
Schimmels

  • eencellig of meercellig
  • eencellig zijn gisten 
  • meercelligen zijn lange draden 
Een paddenstoel is een meercellige schimmel! 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schimmelcel
bestaat uit:
  1. celwand
  2. celmembraan
  3. cytoplasma
  4. vacuole
  5. celkern

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken bacteriën




  • één cel
  • erg klein
  • zweepharen
  • geen kernmembraan
  • kringchromosomen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacterie-cel
Bestaat uit:
  1. celwand
  2. celmembraan
  3. cytoplasma

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplanting bacteriën

celdeling


Veel bacteriën kunnen elk halfuur  delen


eencellige schimmels delen ook

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplanting schimmels

Sporen

= cel waar nieuwe schimmel uit komt


aan uiteinde schimmeldraad

of onder de paddenstoel

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nuttige en schadelijke bacteriën en schimmels

ze voeden zich met dode resten van organismen 

reducenten 

hierbij komen voedingsstoffen vrij die door planten kunnen worden gebruikt

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselbederf tegengaan
Bacteriën/schimmels kunnen voedsel bederven, voorkomen: conserveren
  1. drogen: schimmels/bacteriën kunnen niet zonder water
  2. verhitten: schimmels/bacteriën  gaan dood bij hoge temperatuur. Steriliseren (120oC) of pasteuriseren (70oC)
  3. koelen: schimmels/bacteriën groeien langzamer
  4. toevoegen conserveermiddel: schimmels/bacteriën kunnen niet groeien wanneer er teveel suiker, zout, zuur of alcohol aanwezig is
  5. vacuüm: schimmels/bacteriën kunnen niet zonder zuurstof

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige cel
  • In bladgroenkorrels zit bladgroen

  • In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats: eigen energierijke voeding maken
  • Fotosynthese is een stofwisselingsproces


eigen voedsel maken
Wij kunnen in ons lichaam niet ons eigen voedsel maken.
Hiervoor gaan we naar de winkel of halen we ingrediënten van het land.
Ook dieren, bacteriën en schimmels kunnen het niet. Zonder planten zouden er geen voedsel en geen zuurstof zijn!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Herhalen: 
Determineren
Cellen vergelijken
Fotosynthese

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactievergelijking
               zonlicht
  • Water + koolstofdioxide  --> zuurstof + glucose

  • Planten kunnen van glucose weer andere stoffen maken.




Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselweb
  • Ecosysteem 
  • Voedselrelaties = voedselweb

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselweb
Noem eens een voedselketen uit dit voedselweb? 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumenten
  • Dieren eten / consumeren de energierijke stoffen die planten maken.
  • Dieren in de tweede schakel : herbivoren.
  • Dieren in de derde (of hoger) schakel : carnivoren / omnivoren.
  • Producenten worden gegeten door consumenten van de eerste orde.
  • Die worden op hun beurt gegeten door consumenten van de tweede orde.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afvaleters
  • Niet alle organismen worden gegeten.
  • Dode resten van planten en dieren worden gegeten door afvaleters.
  • Afvaleters horen niet bij een voedselweb, want de schakels van een
    voedselketen bestaan alleen uit levende organismen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reducenten
  • Resten die afvaleters achterlaten, worden afgebroken door bacteriën en schimmels --> reduceren.
  • Planten nemen deze stoffen op --> kringloop is rond.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biotechniek (Biotechnologie)
Biotechniek: 
door de mensen gebruiken van levende wezens om ze met een bepaalde techniek voor je te laten werken.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gebruikt schimmels
  • brood: (gist) ontstaat koolstofdioxide en alcohol
  • schimmelkaas: sporen, speciale smaak
  • geneesmiddelen: (penicilline), doodt bacteriën antibiotica

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gebruikt bacteriën
  • yoghurt: melkzuurbacterie, conserveermiddel (langer houdbaar)
  • zuurkool: melkzuurbacterie, geeft zure smaak
  • afvalwater schoonmaken: zuiveringsinstallatie, afvalstoffen worden afgebroken tot CO2, mineralen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische modificatie
Biotechnologie: technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens (gisten, melkzuurbacterie)

Genetische modificatie: aanbrengen van erfelijk eigenschappen in organismen

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische modificatie
Voedsel als medicijn: Rijstplanten met meer vitamine A
Supervoedsel: gen ingebracht bij organismen
wasmiddel: enzymen, werken op lage temperatuur

CRISPR-CAS: (gen-aanpassing)
knippen, vervangen van genen

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies