1KGT H2 par. 1 De Grieken Les 1&2

Goedemorgen Allemaal!
Ga rustig op je plek zitten, trek je jas uit, en pak je spullen.
Log in op de Lessonup!
timer
5:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 4 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen Allemaal!
Ga rustig op je plek zitten, trek je jas uit, en pak je spullen.
Log in op de Lessonup!
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

De Oude Grieken

2. Griekse stadstaten

Slide 2 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je uitleggen op welke manier de Grieken hun stadstaten bestuurden.

Slide 4 - Tekstslide

Griekse 
stadstaten (1)
  • Griekenland bestond nog niet als één land

  • Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning

  • Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)

Slide 5 - Tekstslide

Griekse 
stadstaten (2)
  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende bestuurd

  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden

  • De bekendste poleis waren Athene en Sparta

Slide 6 - Tekstslide

Sparta
  • Een koning is de baas (monarchie)

  • Oorlog en het leger zijn belangrijk

  • Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding

  • Er zijn slaven

Slide 7 - Tekstslide

Athene
  • Het volk is de baas (democratie)

  • Oorlog en het leger zijn minder belangrijk

  • Kinderen krijgen een opvoeding met veel kunst en cultuur

  • Er zijn slaven

Slide 8 - Tekstslide


De Atheense 
democratie




  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.
  • Dat was niet altijd zo geweest...

Slide 9 - Tekstslide


Democratie?!




  • Niet helemaal...
  • ...alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking) 
  • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.

Slide 10 - Tekstslide

Verschillen met de Nederlandse democratie
  • Alle mannen en vrouwen >18 jaar

  • Indirecte democratie

  • Eerste en Tweede Kamer (binnen)

  • Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)

  • Betaalde baan

Slide 11 - Tekstslide

Video
Griekse staatsvormen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 14 - Quizvraag

I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Wie mochten meebeslissen in de Atheense democratie?

A
slaven
B
vreemdelingen
C
vrouwen
D
mannen

Slide 16 - Quizvraag

Geef één overeenkomst tussen de Atheense democratie en de democratie die wij in Nederland kennen.

Slide 17 - Open vraag

Opdracht
  • maak opdracht 1 t/m 5  (blz. 19)
  • Ik loop rond voor vragen
  • Je mag zachtjes overleggen met je buurman
  • Klaar? Je mag lezen, aan een ander vak werken, of in stilte iets voor jezelf doen.

Slide 18 - Tekstslide