Schrijfvaardigheid K4
1 / 20
Lesduur is: 100 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat vul je in als om je 'surname' wordt gevraagd?
Slide 2 - Open vraag
Hoe zeg je 'voornaam' in het Engels?
Slide 3 - Open vraag
Wat is géén passende aanhef voor een formele brief?
A
Dear Mr Roberts,
B
Dear Sir/ Madam,
C
Hello Ms Roberts,
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een geschikte Engelse afsluiting voor een e-mail aan een vriend?
Slide 5 - Open vraag
Waar gebruik je hoofdletters in het Engels?
Slide 6 - Woordweb
Wie
doet
wat
waar
wanneer
Jacky and Pete
aren't going
to the game
tonight
Slide 7 - Sleepvraag
Hoe zeg je in het Engels:
Ik hoop snel van u te horen
Ik hoop snel van u te horen
Slide 8 - Open vraag
What is your nationality?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de juiste woordvolgorde
in het Engels?
in het Engels?
A
plaats voor tijd
B
tijd voor plaats
Slide 13 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
He swims every day in the canal.
B
He swims in the canal every day.
Slide 14 - Quizvraag
Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met
her / in town / yesterday / I / met
A
I met her in town yesterday.
B
I met her yesterday in town.
C
I yesterday met her in town.
D
I met yesterday her in town.
Slide 15 - Quizvraag
wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training
every Sunday
their son
Slide 16 - Sleepvraag
Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went
Billy / to his friend /
five minutes ago / went
A
Billy went to his friend five minutes ago
B
Billy went five minutes ago to his friend
C
Billy five minutes ago went to his friend.
D
Five minutes ago Billy went to his friend
Slide 17 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
My sister got married last year.
B
my sister got last year married.
C
My sister last year got married.
