H3.2 Overeenkomst en verwantschap

Basisstof 3.2

Overeenkomst en verwantschap
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 3.2

Overeenkomst en verwantschap

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag


De leerdoelen van vandaag:
  • Je kunt soorten en rassen onderscheiden
  • Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

A                             B

Slide 7 - Tekstslide

In welke afbeelding (A of B) zagen we een plantaardige cel? En waar kun je dat aan zien?

Slide 8 - Open vraag

Welk proces vindt er in deze cellen plaats dat niet in dierlijke cellen plaatsvindt?

Slide 9 - Open vraag

Welke twee organismen behoren tot dezelfde soort?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Hoe meer overeenkomst twee organismen vertonen, hoe meer ze bij dezelfde groepen worden ingedeeld.
Lijken op elkaar, zitten in dezelfde familie
Lijken niet op elkaar, zitten niet eens in zelfde rijk

Slide 11 - Tekstslide

Soort
Soms lijken  dieren heel erg op elkaar, maar behoren ze niet tot dezelfde soort!
Deze zijn niet dezelfde soort!

Slide 12 - Tekstslide

Soms lijken dieren helemaal niet op elkaar maar behoren ze wel tot 1 soort!

Slide 13 - Tekstslide

Soort
Organismen behoren alleen tot dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Zezel
Een Zezel, een kruising van een zebra en een ezel. Kan zelf geen veulens krijgen. 
Lijger
Kruising van Leeuw en tijger, is onvruchtbaar
Scheit
Een kruising tussen een geit en een schaap. Is onvruchtbaar. 

Slide 15 - Tekstslide

Ras
Een soort kan uit verschillende rassen bestaan.
Bijvoorbeeld alle hondenrassen behoren tot de soort hond.

Slide 16 - Tekstslide

Evolutie
Soorten ontstaan door evolutie
Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Evolutie: soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Verwantschap
-De tijger en de leeuw zijn hier meer aan elkaar
verwant dan de tijger en de aap.

-Hoe langer geleden twee soorten zijn ontstaan uit
een gemeenschappelijke voorouder, hoe minder
verwant ze zijn.
-Hoe meer verwant soorten zijn,
hoe meer overeenkomsten hun DNA vertoont.

Slide 20 - Tekstslide

Welk woord zoek ik? "Kleine verschillen binnen één soort."
A
Selectie
B
Variatie
C
Evolutie
D
Overeenkomst

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord zoek ik? "De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen."
A
Verwantschap
B
Organisme
C
Evolutie
D
Selectie

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag

  • Maak opdracht 1, 2 en opdracht 3 (samenvatting) in je werkboek. Gebruik hierbij je boek vanaf blz. 180.
  • De eerste 10 min. werk je in stilte, daarna mag je overleggen met je buurman/buurvrouw
  • Klaar? Begin alvast aan het huiswerk: opdracht 4 t/m 7

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting

  • Soort (overeenkomst en verwantschap)
  • Evolutie (variatie en selectie)

  • Huiswerk: opdracht 4 t/m 7 (online) 

Slide 24 - Tekstslide