Week 14 - weekdoelen + woordjestoetsen + past simple
Lesson Goals
praktisch: ik weet waaraan ik de komende weken kan werken
praktisch: ik weet hoe en wanneer ik woordjestoetsen kan doen
English: I know how to talk about things that happened in the PAST (verleden tijd, Trede 6)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Lesson Goals
praktisch: ik weet waaraan ik de komende weken kan werken
praktisch: ik weet hoe en wanneer ik woordjestoetsen kan doen
English: I know how to talk about things that happened in the PAST (verleden tijd, Trede 6)
Slide 1 - Tekstslide
Week 14 (30 March - 3 April)
words step 6
Slide 2 - Tekstslide
Week 15 (6 April - 9 April)
Word test Step 6
Slide 3 - Tekstslide
Week 16 (14 April -16 April)
Slide 4 - Tekstslide
WOORDJESTOETSEN
van te voren afspreken
tijdens een workshop
via ZOOM (je bent in beeld)
zorg dat je pen en papier bij de hand hebt
maak een foto van je werk en stuur die op
maandag 6 april - 8e uur: woordjes trede 6
vrijdag 17 april - 4e uur: woordjes trede 7
Slide 5 - Tekstslide
The PAST SIMPLE - a Story
You are going to listen to a story
It is in the PAST (verleden tijd)
Read along as I read it to you (lees mee terwijl ik lees)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wie is er het snelst? Zoek het op op internet: wie schreef "The turtle and the hare"? En wanneer was dat?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Er zijn twee soorten werkwoorden:
- regelmatige: deze volgen een en dezelde regel om verleden tijd te worden
- onregelmatige: die trekken hun eigen plan en kunnen helemaal verschillend zijn
Hieronder zie je de verleden tijd van een aantal werkwoorden uit het verhaaltje. Welke zijn regelmatig denk je, en welke onregelmatig? Probeer het uit door ze te slepen naar het bijbehorende gele vlak. Fout gokken is niet erg!
challenged (daagde uit)
talked
(praatte)
believed
(geloofde)
stayed
(bleef)
looked
(keek)
stopped
(stopte)
was
(was)
were
(waren)
came
(kwam)
said
(zei)
ran
(rende)
woke
(wake)
Regelmatig
Onregelmatig
Slide 10 - Sleepvraag
What's the rule? (+)
Regelmatig (+)
Onregelmatig (+)
I walked home.
He stopped for me.
She believed him.
She was sick.
He had a dog.
We won the football match!
Slide 11 - Tekstslide
Regelmatig: wat is de verleden tijd (past simple) van "talk"?
Slide 12 - Open vraag
Regelmatig: wat is de verleden tijd (past simple) van "talk"?
Slide 13 - Open vraag
Regelmatig: wat is de verleden tijd (past simple) van "look"?
Slide 14 - Open vraag
Regelmatig: wat is de verleden tijd (past simple) van "stop"?
Slide 15 - Open vraag
Regelmatig: wat is de verleden tijd (past simple) van "smoke"?
Slide 16 - Open vraag
What's the rule? (-)
Regelmatig (-) en onregelmatig (-) have the same rule.
I didn't walk home.
He didn't stop me.
She didn't believe him.
He didn't have a dog.
We didn't win the football match!
was and were are weird:
I wasn't ill. They weren't happy.
Slide 17 - Tekstslide
Kijk naar de zin: He talked a lot. Maak die zin nu ontkennend (didn't)
Slide 18 - Open vraag
Kijk naar de zin: They opened the door. Maak die zin nu ontkennend (didn't)
Slide 19 - Open vraag
What's the rule? (?)
Regelmatig (?) en onregelmatig (?) have the same rule.
Did you walk home?
Did he stop me?
Did she believe him?
Did he have a dog?
Did we win the football match?
was and were are weird:
Was she ill? Were they happy?
Slide 20 - Tekstslide
Kijk naar de zin: He talked a lot. Maak die zin nu vragend (did)
Slide 21 - Open vraag
Kijk naar de zin: They opened the door. Maak die zin nu vragend (did)
Slide 22 - Open vraag
Oefenen?
Link naar: past simple regelmatig - gewone zinnen (+)
Link naar: past simple ontkenningen (-) en vraagzinnen (?)
Slide 23 - Tekstslide
Wat moet je doen?
Portal, Trede 6
maak de grammatica-opdrachten bij Once Upon a Time
klaar? Maak de opdrachten bij The Hare and the Turtle
Maak een screenshots van je antwoorden en lever die in via de volgende dia.
Slide 24 - Tekstslide
Lever hier de screenshots van opdrachten van de portal in.