H6 p1.2

Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van:
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van:
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als wij iets verkopen naar het buitenland noem je dat:
A
Importeren
B
Exporteren
C
internationale handel
D
verkopen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je in Duitsland naar de kapper gaat is dat:
A
Importeren
B
Exporteren

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel handelen met het buitenland heet:
A
open economie
B
gesloten economie
C
internationale economie
D
nationale economie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel landen heeft de EU?

Slide 5 - Open vraag

België, Bulgarije, Duitsland, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië en Zweden.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering
Europese Unie (EU) = Interne markt
EU is veel vrijhandel --> Er wordt geruild over de hele wereld. 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van de Europese Unie
  • gemeenschappelijke regels in de verschillende landen
  • vrijhandel (de EU heeft een interne markt)

Er is vrij verkeer van:
  • goederen (vrijhandel)
  • diensten (vrijhandel)
  • personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Protectie
Bescherming van de eigen economie
1) Invoerrechten --> Belasting op producten van buiten de EU. Men wordt zo gestimuleerd het in de EU te kopen, zodat daar de groei is
2) Exportsubsidie --> Bedrijven stimuleren te exporteren door hen subsidie te geven bij export. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaalvoordelen
Door grotere afzetmarkt gaat de productie omhoog

Op grote schaal produceren brengt voordelen met zich mee: vaste kosten kunnen over grote productie worden verspreidt. Daardoor dalen de kosten en wordt er efficiënter geproduceerd. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten 
hoofdstuk 6, paragraaf 1, vraag 7 t/m 13

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies