Recap grammar H1/HK1

Aims
At the end of this lesson;
- you can make questions using to be/to have got
- you can turn to be into a negative
- you can turn to do/does into a negative

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aims
At the end of this lesson;
- you can make questions using to be/to have got
- you can turn to be into a negative
- you can turn to do/does into a negative

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de vormen van to be ookal weer? Denk aan I/you/hesheit

Slide 2 - Open vraag

Welke twee vormen van to have got zijn er? Denk aan I/hesheit

Slide 3 - Open vraag

Wat is de juiste vraagzin?
She is my sister
A
She is my sister?
B
Is she my sister?
C
Are she my sister?
D
She my sister is?

Slide 4 - Quizvraag

Vraagzinnen
Om een vraagzin met to be / to have got te maken. Draai je het onderwerp en het eerste werkwoord om.
VB: 
Kirsten is tired. > Is Kirsten tired?
You have got two sisters > Have you got two sisters?
Let op! het woordje 'got' blijft dus staan.

Slide 5 - Tekstslide

Maak hier een vraagzin van:
You have got a pet

Slide 6 - Open vraag

Vraagzinnen met 'to do'
Als er geen vorm van to be, to have got of can in de zin staat, dan gebruik je do/does.
Is het onderwerp een he/she/it? - does
Is het onderwerp een I/you/we/they? - do

Do they like your parents?
Does she have any siblings?

Slide 7 - Tekstslide

Let op!
Pinky eats seeds.
Does pinky eat seeds?

Omdat je met 'does' al aangeeft dat het een he/she/it is, dan verandert het werkwoord in het hele werkwoord! (Dus zonder 's').

Slide 8 - Tekstslide

She likes cats
Wat is hier de vraagzin van?

Slide 9 - Open vraag

Negatief
Om iets negatief/ontkennend te maken voeg je het woordje 'not' toe.
Do / does = don't / doesn't
have / has (got) = haven't / hasn't 
am / are / is = am not / aren't / isn't 
can = cannot / can't

Slide 10 - Tekstslide

Maak deze zin negatief:
I'm tired
A
I am tired
B
I am not tired
C
I aren't tired
D
Am I tired

Slide 11 - Quizvraag

Maak deze zin negatief:
I like guinea pigs.
A
I liken't guinea pigs
B
I not like guinea pigs
C
I don't like guinea pigs
D
I doesn't like guinea pigs

Slide 12 - Quizvraag

Aims
At the end of this lesson;
- you can make questions using to be/to have got
- you can turn to be into a negative
- you can turn to do/does into a negative

Slide 13 - Tekstslide

Heb je de leerdoelen behaald?
A
Yes
B
No
C
Nog iets meer oefenen...

Slide 14 - Quizvraag