uitspraak Zisch-Laute en 2e naamval oefenen
1 / 12
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
S
Z
SJ
Tasse
Schule
Visa
Ausland
Abschluss
besitzen
Strafe
spielen
Slide 2 - Sleepvraag
In welchem Wort wird der Zischlaut
anders ausgesprochen?
anders ausgesprochen?
A
Zimt
B
sehen
C
sauber
D
sie
Slide 3 - Quizvraag
In welchem Wort wird der Zischlaut
anders ausgesprochen?
anders ausgesprochen?
A
stark
B
stabil
C
sportlich
D
sagen
Slide 4 - Quizvraag
In welchem Wort wird der Zischlaut
anders ausgesprochen?
anders ausgesprochen?
A
scheinen
B
Stunde
C
Sport
D
Nachts
Slide 5 - Quizvraag
In welchem Wort wird der Zischlaut
anders ausgesprochen?
anders ausgesprochen?
A
dass
B
aus
C
sehr
D
Klasse
Slide 6 - Quizvraag
In welchem Wort wird der Zischlaut
anders ausgesprochen?
anders ausgesprochen?
A
lesen
B
lassen
C
versuchen
D
singen
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer gebruik je de vormen van de tweede naamval?
A
onderwerp
B
bepaling met van
C
meewerkend voorwerp
D
lijdend voorwerp
Slide 8 - Quizvraag
Das sind die Schuhe ______ Bruders.
A
meiner
B
meines
C
meins
D
mein
Slide 9 - Quizvraag
Die Farbe mein... Auto...(o) ist blau.
Slide 10 - Open vraag
Das Auto ______ Lehrerin war total kaputt.
A
die
B
des
C
der
D
den
