2.4 maw dimensies van hofstede

2.4 Dimensies van Hofstede 
  • Je kunt het verschil tussen micro, meso en macro benoemen
  • Je kunt de dimensies van Hofstede benoemen
  • Je kunt de dimensies herkennen in een bron
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.4 Dimensies van Hofstede 
  • Je kunt het verschil tussen micro, meso en macro benoemen
  • Je kunt de dimensies van Hofstede benoemen
  • Je kunt de dimensies herkennen in een bron

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturen kunnen op verschillende niveaus van elkaar verschillen
Microniveau
Mesoniveau
Macroniveau
gezin/familie/individu
school/werk/groepen
politiek/religie/regels 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 dimensies
Vergelijking van landen op de dominante cultuur.

Waarop verschillen landen sterk van elkaar?

Scores van 0 tot 100

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weinig machtsafstand= verschil in macht is beperkt en wordt niet geaccepteerd.
Veel= minder machtige leden accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is. 
1. Dimensie machtsafstand

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Collectivistisch= de enkeling schikt zich naar de groep, weinig vrijheid om zelf vorm te geven aan leven.  
Individualistisch= het individuele belang gaat voor het belang van de groep.
2. Dimensie collectivistisch versus individualistisch

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Masculien= sterk verschil in rollen van mannen en vrouwen. Bepaalde vormen van gedrag worden als meer passend voor mannen gevonden en andersom.
Feminien= rollen lopen in elkaar over, meer ruimte voor kwetsbaarheid. 
3. Dimensie masculien versus feminien

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lage onzekerheidsvermijding= mensen voelen zich comfortabel met het onbekende. 
Hoge onzekerheidsvermijding= bedreiging door onzekerheid hierdoor veel wetgeving/ regels en aandacht voor religie. 



4. Dimensie onzekerheidsvermijding

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortetermijngerichtheid= gericht op het in stand houden van tradities uit het verleden.
Langetermijngerichtheid= streven naar een toekomstige beloning (door te sparen en vol te houden)


5. Dimensie termijnsgerichtheid

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soberheid= meer bescheiden leven, niet te overdreven zijn. 
Hedonisme=  genieten en plezier, leven met de dag.
6. Dimensie hedonisme versus soberheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passen de uitspraken bij soberheid of hedonisme?
Soberheid
Hedonisme
Pluk de dag!
We leven om te werken
We werken om te leven
Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg!

Slide 13 - Sleepvraag

Pagina 45
Verwerkingsopdracht 
  • Lees het werkblad door. Bedenk bij elke omschrijving om welke dimensie van Hofstede het gaat.
  • Kijk in je boek wat een lage en hoge score betekent, vul deze daarna in. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen maken 
Maak individueel de oefenvragen.
Schrijf je antwoorden volledig uit.
We kijken over 20 minuten elkaars vragen na. 
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
  1. De dominante cultuur is de cultuur die met de meeste mensen binnen een land gedeeld wordt.(leg uit wat dominante cultuur is) 
  2. In de bron gaat het om de Nederlandse dominante cultuur,  in dit geval delen we met de meerderheid dat we fietsen. In de bron staat namelijk dat fietsen typisch Nederlands is. (hoe te herkennen in bron)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2
1. Er is een uitdrukkingsvorm verworven door de Nederlandse samenleving. (kies het juiste gedeelte van de definitie en omschrijf wie het verworven heeft).
2. De uitdrukkingsvorm is wat je aan de buitenkant kunt zien, in dit geval is dat de fiets, waar mensen in de Nederlandse samenleving op fietsen. (gebruik de bron en licht je gekozen element toe)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3
1. Met acculturatie wordt bedoeld dat we een cultuur aanleren en verwerven waarin we niet geboren zijn, bij enculturatie leren we de cultuur waarin we geboren zijn. (leg beide begrippen uit)
2. In de bron gaat het om acculturatie want er wordt omschreven dat deze mensen niet in Nederland zijn geboren een een nieuwe cultuur aanleren.(verwerk informatie uit bron)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 4
1. Bij groepsvorming ontstaan er bindingen tussen meerdere mensen, in dit geval mensen die een taalcursus volgen.
2. Zij beïnvloeden elkaar en ontwikkelen zich samen omdat ze allemaal moeten integreren. (verwerk concept groepsvorming).
Let op! Bij deze vraag krijg je geen punten voor alleen het geven van de definitie van groepsvorming!!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dimensies van Hofstede zijn er?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies